maandag 31 december 2018


maandag
31
december

Ik ga vanavond maar een rookkring blazen...

Ik ga vanavond maar een rookkring blazen 
En mijn jeneverglas blijft ook niet droog 

Ik hef het in de blauwe walm omhoog 

En zal daarna eens stevig door gaan dazen 

Als eerbetoon aan Simon Vinkenoog 



Als dichter niet een van die houten klazen 

Vol zelfbeklag en mooie spanningsboog 

Ik snapte wel geen bal van zijn betoog 

Maar liet me altijd blij door hem verbazen 

En rook een joint op Simon Vinkenoog 



Maar weinigen die ooit zijn werk herlazen 

Het ging meer om de mens, de demagoog 

Die met verruimde geest zijn verzen spoog 

En woedend over liefde stond te razen 

Vaarwel, vaarwel, o Simon Vinkenoog! 



De blinde, hersenloze New-Agedwazen 

Verloren hun partij-ideoloog 

Maar zaterdag verschijnt een regenboog 

Als regenwolken worden weggeblazen 

Als eerbetoon aan Simon Vinkenoog 



Dan schuiven ze hem zachtjes in de oven 

-Hoe tragisch is het sterven van een kind- 

Daar wordt een flink pak hasjiesj bijgeschoven 

Wij blijven achter, blowing in the wind



Jaap van den Born 



zondag 30 december 2018


zondag
30
december

Zo wit als Kerstmis was


Zo wit als Kerstmis was
moge het jaar u wezen
dat uit de nevelbank
bijna komt opgerezen:
zo stralend van geluk
vrij van verdriet en vrezen
al de twaalf maanden lang
moge dit jaar u wezen!



Anton Van Wilderode
Uit: De dag sneeuwt dicht
Terra Lannoo 2000



zaterdag 29 december 2018


zaterdag
29
december

De laatste dagen

en de laatste vragen 
van het geleden jaar 
staan voor de deur, 
de bomen kouder 
en de dromen ouder 
maar de verwachting 
nog vol gloed en kleur 
want wij geloven: 
het licht van boven 
is niet te doven 
stelt niet teleur 
voor alle vragen 
van alle dagen 
achter de einder 
achter de deur.
Anton van Wilderode (1918-1998)
uit: Op hoop van vrede (Altiora 1988)



dinsdag 18 december 2018


dinsdag
18
december

In Dokkum heerst nog altijd het verdriet
dat een ontspoorde geestelijk gestoorde
die arme Bonifatius vermoordde,
want een blokkeerfries was er toen nog niet.

Wim Meyles

maandag 17 december 2018


maandag
17
december

DE STER

Soms komt van onwaarneembaar ver
wat al bestond in zicht,
onthult de nacht een nieuwe ster
in duizend jaar oud licht.

Misschien ging ze al eeuwen zacht
vervagend weer teloor,
toch dringt ze pas in deze nacht
tot onze ogen door.

De ster is slechts een beeltenis
van wat voorgoed verdween,
een blik in de geschiedenis,
een afdruk van voorheen.

Wanneer de hartstocht op den duur
voor dof berusten zwicht
rest enkel van het oude vuur
de gloed die ons verlicht.


Mihai Eminescu (1850-1889)
Vert: Otto van Gelder


donderdag 13 december 2018


donderdag
12
december
XIV

Nu de grote dingen verdwijnen
worden de kleine dingen groot:
wat zonlicht op de gordijnen,
een appel, een snee vers brood.


Met hoeveel overbodigs
maken we ons leven stuk:
er is zo weinig nodig
voor wat eenvoudig geluk.

Zó zou ik oud willen wezen,
klein bij de grote dood:
Homerus om in te lezen,
een appel, een snee vers brood.


Garmt Stuiveling (1907–1985)
uit: Eeuwig gaat voor ogenblik (1965)



woensdag 12 december 2018


Woensdag
12
december

De schim van mijn hond

Ik lag en wachtte, stil lijk in mijn graf,
En bad den slaap zijn koelen zegen af.

Ik lag te peinzen aan mijn trouwen hond,
Die sliep nu eenzaam in den kouden grond.

Plots hoorde ik zacht de tuindeur opengaan -
Ik lag verlamd, van beven bang bevaên.

O stil maar! 't is een welbekende stap
Van donzen pootjes tripplende óp de trap.

En weer een deur, die heimlijk opensluit -
O 't is mijn hond, die sloop zijn grafkuil uit.

O zeker dreef de koû van 't graf mijn hond
Naar 't veilig plekje, waar zijn mandje stond.

O zeker dreef de dorst van 't graf mijn hond
Naar de eigen kamer, waar hij water vond.

- ‘O zoete ziel! o zieltje! ben je daar?
Je mandje is weg, geen water staat er klaar.

Ik wist het niet dat je zou komen weer,
'k Had wel gezorgd dat je al vondt als weleer.

Ik kán niet opstaan, 'k lig verlamd van schrik,
Maar 'k wil je helpen, wacht - éen oogenblik.

Ik wil verwinnen 't niet waarin ik zonk!’ -
Doch duidlijk hoorde ik dat mijn hondje dronk.

Hij dronk - en zuchtte - en sloop de trap weer af -
En ging heel zoet weer slapen in zijn graf.


Hélène Swarth (1859-1941)
uit: 
Bleeke luchten (1909)

zondag 9 december 2018


Zondag
9
december

Voor mijn hond

Ik kan u niet de onsterflijkheid beloven,
O zachte ziel van mijn gestorven hond!
Niet plante’ een kruis, het teeken van den bond
Tussche’ aarde en hemel, triomfantlijk boven
Uw arme groeve in ongewijden grond.
Het eeuwig heil waar stervende’ aan gelooven
Is niet voor u – uw teeder leven dooven
Kwam dood, geen engel, die een God u zond.
Waarom, mijn hond, moest gij van lijden beven,
Zonder de hoop, die stervenswee vergoedt?
Doch in mijn liefde zal uw liefde leven,
O kleine schim! zoolang ik leven moet.
En blauwe bloemen zal mijn trouw u geven
En stille tranen, heimlijk droeve en zoet.



Hélène Swarth (1859-1941)
uit: Bleeke luchten (1909)



maandag 26 november 2018


maandag
26
november

Voorzang

Het najaar waait de duisterende landen

regenend over, en oneindig groot
zijn de verlatenheden van den dood.
Bleek schuimt de zee over de lage stranden.


En aan het raam, denkend aan al wat vlood,
hoor ik de klacht dier eeuwen om mijn wanden.
De laatste daad viel uit mijn moede handen:
ik zie hen bleek en roerloos in mijn schoot.


Laten wij niet meer hopen, laten wij
nimmermeer smeken, en o, niet meer smaden –
Dit is het eind, het duisterend getij

van lage wolken en de storm der bladen.
Uit onze handen zijn de laatste daden
gevallen, en de regen waait voorbij.



A. Roland Holst (1888-1976)



zondag 25 november 2018


zondag
25
november

De Hond en het bot

Een hond die langs een slager kwam
en kwijlde van genot,
had al zijn moed
 bijeengeraapt
en stal een sappig bot.

Helaas, het bleef niet ongezien.
De slager schreeuwde kwaad:
“Ik doe niet aan
liefdadigheid!”
en smeet het dier op straat.

De hond schoot snel de stad uit en
kwam bij een sloot terecht,
waarover door
Rijkswaterstaat
een loopplank was gelegd.

Toen hij zo midden op de plank
wat na te hijgen stond,
zag hij in de
weerspiegeling
van ’t water nóg een hond.

Die schurk, dacht hij, wat moet die daar?
Wil hij dat bot van mij?
Ik zal hem eens
vertimmeren…
Dat wordt een vechtpartij!

Meteen liet hij zijn tanden zien:
het bot viel uit zijn bek
en toen, tot zijn
verbijstering,
verdween het in de drek.

Hij zag alleen een rimpeling.
Waar was dat stomme beest
op wie hij uit
inhaligheid
zo woedend was geweest



Maria van Donkelaar                           Martine van Rooijen




zaterdag 24 november 2018


zaterdag
24
november

PUP

Een slimme pup uit Wijk aan Zee
doet haast aan elke pupquiz mee.
En als hij scherp, gevat en wijs
beslag legt op de eerste prijs
dan komt hij na het kroeggedruis
tevreden quizpelstaartend thuis.
Rudy Menthère

vrijdag 23 november 2018


Vrijdag
23
november

GRAZEN

Het huwelijk werd vroeg te Coevorden gesloten
En het gezellig uitgebreide bruiloftsmaal
Heeft men daarna te Hardenberg voluit genoten
Voor de receptie was te Gramsbergen een zaal

En daar is werkelijk het hele dorp geweest
Men hief veelvuldig op het jonge paar de glazen
En na het einde van ‘t uitbundig bruiloftsfeest
Nam hij als bruidegom zijn jonge bruid te Grazen

Grazen maakt deel uit van de gemeente Gramsbergen, dat ligt tussen Hardenberg en Coevorden
Bas Boekelo