vrijdag
11
oktober
Eeuwig
Eeuwig is de kringloop der planeten;
Eeuwig is de leegte rond hun schijn.
En dé nacht wordt met de dag gemeten.
Eeuwig is het Niet en is het Zijn.
En daartussen, als een onkruid groeiend,
Uit een rots die groot is, zonder grens,
Leeft, een middag en een avond bloeiend,
Snel en weer verschrompelend de mens.
Duizlig woont zijn wiegend bloemenhoofd
In een wolk van mateloze dromen,
Waar hij in verzinkt en in gelooft; —
Tot hij plots de zin van het bestaan
Zingend uit zijn afgrond op voelt komen,
En dat is het zingen van de zwaan.
Bertus Aafjes (1914-1993)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten