zaterdag
12
oktober
Zaansch liedeken
Het IJ is breed, de Zaan is breed:
Wie wil de Zaan bevaren?
De meisjens zijn er net gekleed,
Zoo als vóór honderd jaren.
Haar oogen blaauw en blank haar vel:
Ik mag de Zaansche meisjens wel.
Het IJ is breed, de Zaan is breed:
Wie wil de Zaan bevaren?
Men vindt er molens by de vleet,
En rijke molenaren;
Maar wie de slanke dochters ziet,
Denkt aan de dikke molens niet.
Het IJ is breed, de Zaan is breed:
Wie wil de Zaan bezoeken?
Czaar Peter droeg er 't ambachtskleed,
En at er pannekoeken;
Maar 't heeft hem levenslang berouwd,
Dat hy geen Zaansche had getrouwd.
Nicolaas Beets (1814-1903)