maandag
11
november
Schathuis van bewaring
Hier vinden al onze verhalen
onderdak
Op dragers of vertaald in
nullen en enen.
Wat wás is niet voorbij,
want niets is echt verdwenen
Van wat ons stadshart
sneller kloppen deed of brak.
Hoe fraai en ruim is ons
verleden thans behuisd,
Zie hoe de handelsgeest nog
pronkt in de façade
Waarachter de historie
schuilt in doos of lade,
Gestolde tijd, die ooit van
liefde heeft gebruist.
Gebrek en welvaart, oorlog,
vrede, leed en lief,
’t komt allemaal bijeen in
Mokums Stadsarchief.
Dit gedicht schreven lezers van het Parool onder
leiding van Jan Boerstoel in de zomer van 2007. Van hem zijn de twee
openingsregels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten