zondag 3 november 2024

 

zaterdag

2

november

Allerzielen

 

Afscheid nemen

 

Afscheid nemen

is met zachte vingers

wat voorbij is dichtdoen en verpakken

in goede gedachten der herinnering

 

Is verwijlen

bij een brok leven

en stilstaan

op de pieken van pijn en vreugde

 

Afscheid nemen

is met dankbare handen weemoedig meedragen

al wat waard is niet te vergeten......

 

Is moeizaam de draden losmaken

en uit het spinrag der belevenissen loskomen

en achterlaten en niet kunnen vergeten.

 

Dietrich Bonhoeffer (1906-1945)



vrijdag 1 november 2024

 

vrijdag

1

november

De aarde was nog plat

De aarde was nog plat.
Maar 't hart was met zovelen.
Toen kwam door de wolken heen
de zeven-kelen man.

Hij riep de vogels vrij,
de takken uit de bomen.
Hij zong de stromen los
uit rotsen en woestijn.

Hij zong miljoenen mensen
als bloemen uit zijn mond.
Toen ben jij ook geboren.
Toen was de aarde rond.



Huub Oosterhuis (1933-2023)



donderdag 31 oktober 2024

 

donderdag

31

oktober

 

Alarm

Weer voert een nacht een ochtend aan.
Een witte wekker drijft nog gauw
zes, vijf minuten in het nauw
en laat zijn bel dan berserk gaan.

Aambeelden trillen, hamers slaan.
Door de gehoorgangen van vrouw
en man gaat langgerekt en rauw
de kreet van hun metalen haan.

Twee dromen ijlen naar hun slot
en sluiten in elkander tot
een werkelijkheid, of daaromtrent,
wanneer hij haar, zij hem herkent.

Over het hoofdeind dwaalt een arm.
De nieuwsberichten lopen warm.




Hendrik van Teylingen (1938-1998)




woensdag 30 oktober 2024

 

woensdag

30

oktober

Verscheide bezigheid

Terwijl de Winkelier met valse maten meet;
Terwijl de Koopman denkt op 't slijten van zijn waren;
Terwijl de Boekwurm vent zijn netgedrukte blaaren;
Terwijl Vulkanus zoon het gloeiend ijzer smeed;

Terwijl de Timmerman zijn' meesten tijd besteed
Met bidden dat toch 't werk niet schielijk voort mag varen;
Terwijl een Schoolpedant de kinderlijke scharen
Met roede en plak regeert; terwijl de Kruier zweet;

Terwijl een Smous elk zoekt met schachten te bedriegen;
Terwijl een Makelaar zijn glorie stelt in 't liegen;
Terwijl een Pleiter 't hoofd van schout en schepens breekt;

Terwijl het woelt op straat van kleinen en van groten;
Zit ik in eenzaamheid in mijn vertrek gesloten,
En maak een Klinkdicht*, daar noch geest noch kunst insteekt.




Theodoor van Snakenburg (1695-1750) en Jacob Elias (1698-1750)



vrijdag 11 oktober 2024

 

zaterdag

12

oktober

Zaansch liedeken

Het IJ is breed, de Zaan is breed:
Wie wil de Zaan bevaren?
De meisjens zijn er net gekleed,
Zoo als vóór honderd jaren.
Haar oogen blaauw en blank haar vel:
Ik mag de Zaansche meisjens wel.

Het IJ is breed, de Zaan is breed:
Wie wil de Zaan bevaren?
Men vindt er molens by de vleet,
En rijke molenaren;
Maar wie de slanke dochters ziet,
Denkt aan de dikke molens niet.

Het IJ is breed, de Zaan is breed:
Wie wil de Zaan bezoeken?
Czaar Peter droeg er 't ambachtskleed,
En at er pannekoeken;
Maar 't heeft hem levenslang berouwd,
Dat hy geen Zaansche had getrouwd.

Nicolaas Beets (1814-1903)



 

vrijdag

11

oktober

Eeuwig

Eeuwig is de kringloop der planeten;
Eeuwig is de leegte rond hun schijn.
En dé nacht wordt met de dag gemeten.
Eeuwig is het Niet en is het Zijn.

En daartussen, als een onkruid groeiend,
Uit een rots die groot is, zonder grens,
Leeft, een middag en een avond bloeiend,
Snel en weer verschrompelend de mens.

Duizlig woont zijn wiegend bloemenhoofd
In een wolk van mateloze dromen,
Waar hij in verzinkt en in gelooft; —

Tot hij plots de zin van het bestaan
Zingend uit zijn afgrond op voelt komen,
En dat is het zingen van de zwaan.

Bertus Aafjes (1914-1993)



vrijdag 6 september 2024

 

vrijdag

6

september

Salie

Gij plant de salie in mijn tuin.
Gij wilt de dood verraden:
waar salie groeit naast tijm en ruit
zal dood geen hand genaken.

Gij tart het leven en het lot:
de salie kan verkwijnen.
… Wie houdt het roestig hek op slot
en zal het huis omheinen
met alles wat onz’ wanhoop vindt:
bedrog en medicijnen?

Ei, hoe de kat op d’aardstraal spint,
waar levenslijnen scheiden.




Julia Tulkens (1902-1995)