vrijdag 5 april 2019


vrijdag
5
april

Ich fürchte mich so vor der Menschen Wort.
Sie sprechen alles so deutlich aus.
Und dieses heißt Hund und jenes heißt Haus,
und hier ist der Beginn und das Ende ist dort.
Mich bangt auch ihr Sinn, ihr Spiel mit dem Spott,
sie wissen alles, was wird und war;
kein Berg ist ihnen mehr wunderbar;
ihr Garten und Gut grenzt grade an Gott.

Ich will immer warnen und wehren: Bleibt fern.
Die Dinge singen hör ich so gern.
Ihr rührt sie an: sie sind starr und stumm.
Ihr bringt mir alle die Dinge um

Rainer Maria Rilke (1875-1926)










Woorden

Ik wantrouw het woord, een mensch, dat praat,
Het weet van alles het hoe en waarom;
Daar is op aarde geen heiligdom,
Waar niet het woord naar binnen gaat.


En dit heet ‘huis’ en dat heet ‘hond’
En dit heet ‘God’ en dat ‘gebed’,
En noemt men iets, dan weet men het,
En nergens is meer heilige grond.


Der menschen woord raakt alles aan.
- En dan verstomt der dingen lied, -
Hun tuin grenst vlak aan Gods gebied....
Ik waarschuw: blijf van verre staan,


En nader niet met een naam, met een woord,
De juiste term, de gave zin,
Het doode lichaam ligt er in
Der dingen, die men heeft vermoord.

Jacqueline van der Waals (1868-1922)
uit: 
Iris (1918)



woensdag 3 april 2019


woensdag
3
april

Aan een verrader van het vaderland

’t Was nacht, toen uw moeder u baarde,
   Een nacht, zo zwart als immer was.
Een leger van helse geesten waarde.
   ’t Gevogelte liet een naar gekras,
Door ’t aklig woud, tot driemaal horen.
   De zee werd woedend, klotste en sloeg,
Wat zelfs, tot in de hemelkoren,
    De engelen schrik in het hart joeg!
Uw moeder zag u – en het leven
   Ontvluchtte aan haar beklemde hart!
Uw vader schrok – stond te beven –
   Zeeg neer – overwonnen door de smart,
Toen een stem, net als een donder,
   Klonk door het huis, dat u ontving:
“Dat elk zich van dit kind afzondere!….
   “Natuur wrocht hier een aterling!
“Zij heeft hem, tot een straf der volken,
   “In ’s hemels grimmigheid gebaard!
“De slechtste geest uit ’s afgronds kolken
   “Zal hem beschermen op deze aard!
“Hij zal zijn vaderland verraden!
   “De vrijheid trappen op de borst!
“Geen goud zal ooit zijn ziel verzadigen,
   “Die steeds naar meer schatten dorst!
“Hij zal, kan het slechts zijn hebzucht voeden,
   “Een gemene slaaf van de vorsten zijn!
“Waar hij onschuldigen ziet bloeden,
   “Daar zal zijn vreugd en wellust zijn!
“Zijn hele ziel zal valsheid wezen!
   “Zijn mond een kerker vol bedrog!
“Zijn helse ziel zal niemand vrezen;
   “Steeds juichend denken: ‘“k werke nog!….
“U zou vergeefs zijn werking storen!
   “Vergeefs is hier een fors geweld!
“Tot ramp voor ’t vaderland geboren,
   “Is hij ten vloek van het volk gesteld!”

Verrader! monster! vloek der aarde!
   Vernederend schepsel van de natuur!
Gods wraak, die u tot heden spaarde,
   Verdelge u ooit door ’s hemels vuur!
Jacobus Bellamy (1757-1787)




Bellamy’s roem was, meer nog dan op zijn liefdespoëzie, gebaseerd op zijn politieke gedichten. Berucht is zijn gedicht ‘Aan eenen verrader des Vaderlands’, gepubliceerd in het patriottrische tijdschrift De Post van den Neder-Rhijn van 12 oktober 1782 en naderhand opgenomen in Bellamy’s Vaderlandsche gezangen (1783). Vermoedelijk is het gedicht ook als pamflet verspreid. Met de verrader van het vaderland wordt stadhouder Willem V bedoeld, die zonder blikken of blozen wordt beschreven als het grootste monster dat ooit op aarde rondliep. Onder meer door dit gedicht kreeg De Post van den Neder-Rhijn op 25 oktober 1782 een tijdelijk verbod.

zondag 31 maart 2019


zondag
31
maart

Nachtzang

Minerva's uil is neergestreken
in 't land waar koning Ezel balkt.
Minerva's uil is neergestreken
en heeft de vredesduif verschalkt.

Minerva's uil is neergestreken
ten teken dat de avond valt.
Hier heeft zijn kroost naar uitgekeken
dat hatelijke leuzen schalt.

Trollen loeren, heksen dansen,
vampiers gaan naar bloed op jacht,
rovers grijpen gauw hun kansen;
koud en duister is de nacht.

Minerva's uil is neergestreken.
De wolf die lacht zijn tanden bloot.
Maar weldra zal de dag aanbreken
en kraait de haan in 't morgenrood

Musonius (Martijn Breeman)