zaterdag 25 augustus 2012


Zaterdag
25
Augustus

WONINGLOOZE



Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de' eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door den stormwind meegenomen.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zoolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.

Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
Dat voor den nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee ‘k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in 't donker openbreekt.

J.Slauerhoff

vrijdag 24 augustus 2012


Vrijdag
24
Augustus
IN NEDERLAND

In Nederland wil ik niet leven,
Men moet er steeds zijn lusten reven,
Ter wille van de goede buren,
Die gretig door elk gaatje gluren.
'k Ga liever leven in de steppen,
Waar men geen last heeft van zijn naasten:
Om ‘t krijschen van mijn lust zal zich geen reiger reppen,
Geen vos zijn tred verhaasten.

In Nederland wil ik niet sterven,
En in de natte grond bederven
Waarop men nimmer heeft geleefd.
Dan blijf ik liever hunkrend zwerven
En kom terecht bij de nomaden.
Mijn landgenooten smaden mij: ,,Hij is mislukt."
Ja, dat ik hen niet meer kon schaden,
Heeft mij in vrijheid nog te vaak bedrukt.

In Nederland wil ik niet leven,
Men moet er altijd naar iets streven,
Om ‘t welzijn van zijn medemenschen denken.
In het geniep slechts mag men krenken,
Maar niet een facie ranslen dat het knalt,
Alleen omdat die trek mij niet bevalt.
Iemand mishandlen zonder reden
Getuigt van tuchtelooze zeden.

Ik wil niet in die smalle huizen wonen.
Die Leelijkheid in steden en in dorpen
Bij duizendtallen heeft geworpen...
Daar loopen allen met een stijve boord
- Uit stijlgevoel niet, om te toonen
Dat men wel weet hoe het behoort -
Des Zondags om elkaar te groeten
De straten door in zwarte stoeten.

In Nederland wil ik niet blijven,
Ik zou dichtgroeien en verstijven.
Het gaat mij daar te kalm, te deftig,
Men spreekt er langzaam, wordt nooit heftig,
En danst nooit op het slappe koord.
Wel worden weerloozen gekweld,
Nooit wordt zoo'n plompe boerenkop gesneld,
En nooit, neen nooit gebeurt een mooie passiemoord.
J.Slauerhoff 

donderdag 23 augustus 2012


Donderdag
23
Augustus

Min de stilte in uw wezen,
Min de stilte die bezielt,
Zij die al de stilte vrezen
Hebben nooit hun hart gelezen,
Hebben nooit geknield.

woensdag 22 augustus 2012


Woensdag
22
Augustus

In memoriam P.D. Ch. D.L.S


Ik ween om woorden, die onuitgesproken bleven,
Woorden van troost en deernis met uw leed,
Van dank voor 't geen gij waart en voor mij deedt,
Van teederheid, die ik verlangde u te geven,
Doch nooit heb uitgezegd of neergeschreven
Uit schroom voor 't groote woord, die 't ware woord vermeed...
Ik ween om woorden die onuitgesproken bleven,
Om al, wat ik verzweeg - en gij niet weet.
 
Jacqueline van de Waals (1868-1922)


dinsdag 21 augustus 2012


Dinsdag
21
Augustus

Vlaag

Op hoge bergen treft gij knapen
die aan het zweefrek van de lust
hun wondere toeren doen. Wij gapen
en zoeken, ouder, lager, rust.

Maar als wij, ouder, lager zoeken,
dan vinden wij dat vuur niet meer.
Ons hart steekt al te zeer in boeken,
de knaap in ons werd lang reeds: heer.

Dus, ouderen, gij, poost in de dalen,
verheft u niet, waar gij niet kunt.
De jeugd laat zich niet achterhalen
en lager ligt uw hoogtepunt.

C.J.Kelk (1901-1981)
Uit: Aards vertier



maandag 20 augustus 2012


Maandag
20
Augustus

Dit is het land


Dit is het land, waar grote mensen wonen.
Je hoeft er nog niet in: het is er boos.
Er zijn geen feeën meer, er zijn hormonen,
en altijd is er weer wat anders loos.

En in dit land zijn alle avonturen
hetzelfde, van een man en van een vrouw.
En achter elke muur zijn and're muren
en nooit een eenhoorn of een bietebauw.

En alle dingen hebben hier twee kanten
en alle teddyberen zijn hier dood.
En boze stukken staan in boze kranten
en dat doen boze mannen voor hun brood.

Een bos is hier alleen maar een boel bomen
en de soldaten zijn niet meer van tin.
Dit is het land waar grote mensen wonen...
Wees maar niet bang. Je hoeft er nog niet in.

Annie M.G. Schmidt (1911-1995)

zondag 19 augustus 2012


Zondag
19
Augustus


Het kleine station

Onder de bomen van het woud
Staat er tussen vlier en kreupelhout
Een klein station
Verwonderd vraagt de wandelaar:
‘Wat doet zo’n oud gebouwtje daar
In de avondzon?’

Welnu: wie ’s nachts uit wandelen gaan
Zien Turk en Griek en Marokkaan
Bij maneschijn
Ze voeren een geheim gesprek
En dan komt uit het bladerdek
Opeens een trein

Ze gaan op reis naar een oud uur
Naar vrouw en kind en goede buur
En eigen haard
Totdat men dan bij dageraad
Weer naar het barre heden gaat
In volle vaart 

Ze gaan op reis naar een oud uur
Naar vrouw en kind en goede buur
En eigen haard

Willem Wilmink