zaterdag 23 juni 2012


Zaterdag
23
Juni

Geen kind meer

 

Je leeft je eigen leven
wat zij er ook van vindt
je bent allang geen kind meer
al blijf je ook haar kind
je wilt erover praten
maar niet op haar manier
je zult haar best verdriet doen
maar niet voor je plezier
wat moet je nog met haar en met haar ouderlijk gezag
en dan opeens, dan is-ie er, die dag...

De dag waarop je moeder sterft
dat jij wordt losgelaten
en al haar eigenschappen erft
die jij zo in haar haatte
de scherpe tong, de bokkenpruik
de zure schooljuffrouw
die zullen ze dan binnenkort
herkennen gaan in jou
en hoop'lijk ook de and're kant; de aardige, de zachte
maar of je die hebt meegeërft valt nog maar af te wachten
de dag waarna de rest een kwestie wordt van tijd en pijn
de dag waarna je nooit meer kind zult zijn

Wat al die jaren fout ging
komt dan niet meer terecht
en wat je nog wou zeggen
blijft eeuwig ongezegd
de machteloze frasen
van je genegenheid
en dat het niet haar schuld was
en ook dat het je spijt
de dingen die je lang niet zeggen kon en zeggen wou
en dan zo graag nog één keer zeggen zou

De dag waarop je moeder sterft
de dag die al je dagen
van dan af aan wat grijzer verft
al hou je niks te klagen
je hebt je goede vrienden nog
die staan je ook dichtbij
en als je soms een minnaar zoekt
dan staan ze in de rij
maar niemand zal meer weten hoe je met je pop kon spelen
en niemand zal nog ooit je vroegste vroeger met je delen
de dag waarna je nooit meer kwetsbaar wezen kunt en klein
de dag waarna je nooit meer kind zult zijn
<!--[if !supportLineBreakNewLine]-->
 
Jan Boerstoel

donderdag 21 juni 2012


Vrijdag
22
Juni
Predikantenlied
Hulde aan onzen geestelijken stand

Hoe gezegend in ons land
Is het vak van Predikant! -
Godes hand rust, buiten kijf,
Zichtbaar op dit vroom bedrijf!

Dichters maakt alleen de Heer,
Predikanten mint hij zeer:
Daarom neemt men, dat is klaar,
Zoveel dichters bij hen waar.

Ik ben handelaar in graan, -
Met mijn dichten wil 't wel gaan:
Toch - ware ik een dominé . . .
'k Wed dat ik het beter deê.


 Velen, die men dichters heet,
Kost het dichten druppels zweet . . .
Maar in 't priesterlijke pakje
Gaat het van een leien dakje.

En geen wonder! Godes gratie
Geeft van zelven inspiratie
Schande dan den godsman, die
Niet iets doet aan poëzie!

Cornelis Paradijs (Frederik van Eeden)
Uit: Grassprietjes (1885)

Donderdag
21
Juni

sonnet

ach laat mij rusten mandarijn
de oude waterstromen zijn verlegd
de mantels zijn tot op de draad versleten
papaverzaad in oostenwind verwaaid

de aardkorst heeft nog eenmaal ongevraagd
haar zwaar behaarde ruggengraat gekromd
het stormde kort en daarna was
geen enkele hond in Guanxi nog in leven

de ploegers wacht een zwaarder werk
bestrijden van een nieuwe rattenplaag
waar eens uw kind haar feestmaal had

niet slechts de paarden stierven hier
ook twintig volken werden door de beul geknecht
de nieuwe wilgen schieten krachtig op
Ben Hoogland

woensdag 20 juni 2012


Woensdag
20
Juni

Sonnet

goeden nacht mandarijn
uw gouden mantel werd vandaag gebracht
en ook de blauwe van uw schoonzoon
en de witte van uw jongste dochter

het papaverveld is voor de helft omgeploegd
de witte hond heeft eindelijk wat gegeten
rijst en pindaboter, maar hij wacht nog
op de naam die hij zal dragen

in kwangsi heeft het zwaar geregend
er was een hevig onweer en daarna heeft
het zwaar en lang geregend

in de wilgebomen zweefde vanmorgen een geest
en de paarden van de keizer zijn verzonden
de zeven paarden zijn vertrokken in twee wagens


Jan Hanlo

dinsdag 19 juni 2012


Dinsdag
19
Juni

Sandelhout

“Wat is dat smaakvol opgebouwd!”
Riep Jezus, aangenaam verrast.
“Dat lijkt warempel sandelhout,
Maar pint u mij daar niet op vast”

Frank van Pamelen

maandag 18 juni 2012


Maandag
18
Juni
Op de tocht

De tocht der tochten hoort tot het verleden.
Henk Angenent die won hem voor het laatst.
In Friesland wordt alleen nog maar gekaatst
En skûtjesilend om de eer gestreden.

Het ligt niet aan de weersomstandigheden
(Al kan zo’n broeikas op termijn het kwaadst).
De tocht der tochten hoort tot het verleden.
Henk Angenent die won hem voor het laatst.

Wanneer met de provincie voor een wrede
Gemeentelijke herindeling plaatst,
Wordt ’s winters het traject nog wel geschaatst,
Maar hooguit langs zo’n zes à zeven steden:
De tocht der tochten hoort tot het verleden.

Frank van Pamelen