maandag 23 juli 2012


Donderdag
2
Augustus

De bomen, dat zijn geen bomen
Zonder de bladen.
De vromen, dat zijn geen vromen
Zonder de daden.

Men zegt als rijken drinken:
Dat gaat er vrolijk toe!
Als armen drinken scheldt men ‘t
Voor dronkemansgedoe.


Hendrik de Vries
1896-1989

Woensdag
1
Augustus


Groen is de gong
Groen is de watergong
Waterwee, watergong
Groen is de gong van de zee

Hang die mijn ziel doordrong
wAterdroom, watersprong
Loeiende gong neem mij mee

Jan Engelman (1900-1972)

Dinsdag
31
Juli

Omnis mundi creatura



Ieder schepsel, ieder wezen
Is als prentenboek te lezen
En houdt ons een spiegel voor:
Ons bestaan en ons verscheiden,
Onze vreugde en ons lijden
Geeft het ons in tekens door.


Alanus de Insulis
Vertaling: Willem Wilmink
Uit: Lyrische Lente, liederen en gedichten uit het middeleeuwse Europa


Maandag
30
Juli

Olympisch voetbaltoernooi 1928

Als een bende wilde dieren,
Losgekomen uit hun kooi,
Was op dezen Zondagmiddag
Het Olympische Tournooi.
Als een bende Indianen
Schreeuwend en sensatieziek
Was op dezen Zondagmiddag
Het Olympische publiek.
't Was een gillen en een brullen
Van de allerlaagste soort,
Zooals nimmer van te voren
In ons Nederland werd gehoord.
A moest van het veld gedragen,
B lag kermend op het gras
't Gaf precies den indruk of men
Weer in neeg'tienveertien was.
Als het voetbalsport mag heeten,
Deze schande van vandaag?
Velen, die het zagen, zeggen
Duid'lijk 'Neen' op deze vraag.
Deze uiting van beschaving
Doet geen den Mensch geen goed maar kwaad.
't Resultaat is geen verbroed'ring
Maar vernieuwde volkenhaat!

Clinge Doorenbos

Zondag
29
Juli

In Flanders fields 
In Flanders fields the poppies blow
Between the crosses, row on row
That mark our place; and in the sky
The larks, still bravely singing, fly
Scarce heard amid the guns below.

We are the dead. Short days ago
We lived, felt dawn, saw sunset glow
Loved, and were loved, and now we lie
In Flanders fields.

Take up our quarrel with the foe:
To you from failing hands we throw
The torch; be yours to hold it high.
If ye break faith with us who die
We shall not sleep, though poppies grow
In Flanders fields.

lieutenant-kolonel John McCrae, 1872-1918

Zaterdag
28
Juli

HET HUWELIJK

 
 
Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d'ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.
 
Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.
 
Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.
 
Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.
 
Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.
 
Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

Willem Elsschot 1882 - 1960

Vrijdag
27
Juli

Degene die ik was
ben ik niet meer.
Degene die ik ben
blijf ik niet en
die ik word
verdwijnt.

In deze verandering
besta ik,
Vergetend,
Bewustwordend,
Verlangend.

Vrij naar Paus Innocentius III 1198-1216




Donderdag
26
Juli
AFSCHEID 

het definitieve afscheidsvers voor Johan Cruijff

Daar gaat-ie dan! Ik heb het nog beleefd,
geen sterveling die mij dit af kan pakken.
Hoe zette hij zijn schaduw niet te kakken,
al zat die nog zo aan hem vastgekleefd!

Hij kon zich in een elftal vertakken:
zo'n man die alles neemt en alles heeft
maar op z'n tijd ook wel een bal afgeeft,
voorzien van alle denkbare gemakken.

Daar gaat-ie dan! Het grote fenomeen
dat net als ik en Rembrandt werd geboren
in Amsterdam, - ik voel me uitverkoren.

Met Rembrandt heb ik slechts gemeen
de aanblik van de Munt en Westertoren,
maar Cruijff heb ik gezien, - door merg en been!

Nico Scheepmaker 1930-1990



Woensdag
25
Juli

DENKEND AAN NEESKENS
Denkend aan Neeskens 
zie ik benen als lieren 
traag door oneindig 
grasland gaan, 
bundels oneindig 
zwellende spieren 
als rode pluimen 
in zijn armen staan, 
en in de geweldige 
ruimte daarachter 
zijn tegenstanders 
verspreid op het land: 
halflinies, spitsen 
geknotte stoppers, 
kermend en kronkelend 
in vers verband. 
Zijn adem gaat zwaar 
en zijn grommende vloek wordt 
in Fadroncs troostende 
armen gesmoord, 
maar in heel de wereld 
wordt het blonde gevaarte 
met zijn eeuwige dampen 
gevreesd en gehoord.
Michel v.d. Plas

Dinsdag
24
Juli

Encore

In het midden van mei, als de nachtegaals zingen
En de avondglans huwt aan de morgenschen schijn
Als de schuchtere geur van den late seringen
Zich mengt aan de geur van de vroege jasmijn.

Toen hoorde ik uw lippen de woorden ontglippen:
(Ik was maar een knaap en gij waart nog een kind)
Hoe wrang is de smaak van verwinnende lippen
Zoo innig het verlangen der ziel niet bemind!

En ik zag het gebed van uw hulpelooze oogen,
En ik voelde, beangstigd, de angstige klem
Van uw' hande' om mijn hand, en mijn lippen bewogen,
Maar mijn machtelooze wanhoop verstikte mijn stem.

Dan, uw schaamte bedwong het onstuimige hijgen
Van uw hart en de nachtwind verwaaide uw klacht,
En niets meer verstoorde 't oneindige zwijgen
Dan een zwaan die zich roerde in de roerloze gracht...

Maar nòg, op mijn hand die uw handen omvingen,
Herproeven mijn bevende lippen uw pijn,
Als de schuchtere geur van de late seringen
Zich mengt met den geur van de vroege jasmijn.


File:Gerretson, prof dr. F.C. van - SFA002019202.jpg
Geerten Gossaert (1884-1958)


Maandag
23
Juli

Ik ween om bloemen in de knop gebroken
En vóór den uchtend van haar bloei vergaan,
Ik ween om liefde die niet is ontloken,
En om mijn harte dat niet werd verstaan.

Gij kwaamt, en 'k wist -- gij zijt weer heengegaan...
Ik heb het nauw gezien, geen woord gesproken:
Ik zat weer roerloos nà die korten waan
In de eeuwge schaduw van mijn smart gedoken:

Zo als een vogel in den stillen nacht
Op éés ontwaakt, omdat de hemel gloeit,
En denkt, 't is dag, en heft het kopje en fluit,

Maar eer 't zijn vaakrige oogjes gans ontsluit,
Is het weer donker, en slechts droevig vloeit
Door 't sluimerend geblaarte een zwakke klacht.

Willem Kloos (1859 - 1938)

zondag 22 juli 2012


Zondag
22
Juli


HET WERELDS GELUK


Een huis hebben dat net mooi en gerieflijk is,
Een tuin met geurige leibomen als prieel,
Fruit, keurwijn, een klein kroost en weinig personeel,
Een vrouw bezitten die trouw en bescheiden is;

Geen schuld of ontrouw kennen, geen vete of haat,
Geen onenigheid hebben om een erfenis,
Geen voorspraak vragen, content zijn met wat er is,
Aan zijn toekomst werken naar de gepaste maat;

Vrank zijn leven leiden, niet hebberig zijn, 
Zonder angstvalligheid godvruchtig zijn,
Zijn driften beheersen en bevelen;

Met een vrije geest elke dwaling vermijden,
Bezield leven en zorgzaam enten en telen,
Dat is thuis in vrede de dood verbeiden.

Christoffel Plantijn