dinsdag
30
juli
Gelukkig leven
De luchte dans te zien van Nimfen en van knapen;
Te spelen op de fluit in ’t levenwekkend woud;
Zijn tijd te slijten met een aangename kout,
Of met het hoeden van een kudde onnoozle schapen.
Somwijl eens in de dag een lustig gat te slapen;
Te zien op zijnen dis de smakelijkste wijn;
Van ziekte of ongemak nooit aangedaan te zijn;
Nooit leëg te zitten; nooit te geeuwen noch te gapen.
Te minnen wie men wil; te vluchten d’echtenband;
Te hebben geld, en goed, en huis, en hof, en land,
Opdat men billijk mag aan elk het zijne geven.
Te volgen met ontzag des Hemels wijze wet;
Te houden zijn gemoed van misdaën onbesmet;
Da’s een genoeglijk, da’s een gelukkig leven.
Dit klinkdicht is zonder de Letter R
Theodoor van Snakenburg
(1695-1750)