zaterdag 8 november 2014

Zondag
9
November

I Wandered Lonely as a Cloud

I wandered lonely as a cloud
That floats on high o'er vales and hills,
When all at once I saw a crowd,
A host, of golden daffodils;
Beside the lake, beneath the trees,
Fluttering and dancing in the breeze.

Continuous as the stars that shine
And twinkle on the milky way,
They stretched in never-ending line
Along the margin of a bay:
Ten thousand saw I at a glance,
Tossing their heads in sprightly dance.

The waves beside them danced; but they
Out-did the sparkling waves in glee:
A poet could not but be gay,
In such a jocund company:
I gazed—and gazed—but little thought
What wealth the show to me had brought:

For oft, when on my couch I lie
In vacant or in pensive mood,
They flash upon that inward eye
Which is the bliss of solitude;
And then my heart with pleasure fills,
And dances with the daffodils.


WILLIAM WORDSWORTH (1770-1850)

vrijdag 7 november 2014


Donderdag


6

november



zij had een heel klein handje om te slaan

met zeven gouden vingers en een watermerk – 
een handje adem voor een glazen kerk – 
en zeven kleine voetjes om te staan.



zij had een hoofdje als een nachtcitroen
en vleugeltjes als een bevroren ruit –
haar haren waaiden voor haar voetstap uit
(zij was er steeds; was ze een visioen?).



zij had een heel klein handje om te slaan
en zeven mondjes om het daglicht uit te blazen,
zij had een mei-lichaam waarom een glazen
stolp. zij had een maan-lichaam bij volle maan.





Neeltje Maria Min (1944)
uit: Voor wie ik liefheb wil ik heten (1966) 

zondag 2 november 2014


Zondag


2

november


Ik zie de wilde vogels huiswaarts keren,
verlangend naar het einde van hun vlucht.
Hun V trekt fier door frisse najaarslucht,
het zachte avondrood op witte veren.

De aardse strijd kan hen niet langer deren;
ze reizen, onverstoorbaar, onbeducht,
hoog boven ieder dorpje, elk gehucht,
om in hun verre haven aan te meren.

En onverwacht ben ik niet langer bang
want ik ontwaar een onmiskenbaar spoor;
het voert voorbij de dood en wenkt al lang.
Het fluistert, zachtjes troostend, in mijn oor:
“Wees niet verdrietig om de laatste gang,
de reis gaat immers na het heengaan door!”


(In september 2014 geschreven onder pseudoniem Hanneke van Almelo)