zaterdag 7 juli 2012


Zaterdag
7
Juli
In ’t groene bos

Mijn liefste draagt in ’t groene bos
Een lichte paarse morgendos

Haar blonde lokken dart’len los
Van ’t licht doorfonkeld
Gouden ros:

Ze zingt een lied en kent geen leed
In ’t licht paarse morgenkleed
Jacob Winkler Prins
Landgoed Westeramstel, 1-9-2005

donderdag 5 juli 2012


Vrijdag
6
Juli
Schuilplaats

Geniet toch onbezorgd uw zomerdagen.
Haast heerscht de herfst, hoe kort, en winter drijft
Zijn wargeweld van wind en regenvlagen,
Dat niet een vreugd voor ons te plukken blijft.

O, dan niet meer het matelooze dwalen
Door duinen, dauwend veld of langs den dijk,
Niet zon zien heerschen in ’t hemels rijk
En vorstelijk in ’t Westen neder dalen.

Ik vreesch winter als gij, maar zie, bevreesd
Geniet ik ’t Schoon der zomerdagen feller.
Wie vergoedt als ik niet genoeg geniet?

Gij weifelt, peinst, vraagt wat bedeesd
En de tijd is snel. Ik zeg: Vriend, wees sneller.
Roof ’t geluk, overal waar ’t zich biedt.
Jacob Israel de Haan
Landgoed Westeramstel, 1-9-2005

Donderdag
5
Juli

Kannibalen

Wij zijn de kannibalen
Wij eten mensenvlees
En valt er wat te vieren
Dan eten wij Chinees

Marjolein Kool

woensdag 4 juli 2012


Woensdag
4
Juli


Ik moet vele proffen likken,
Ik moet duizend boeken slikken,
Twintig stellingen formeren,
Vuile proeven corrigeren.
Ik moet laten drukken, binden,
(Met een fuifje voor mijn vrinden),
Fooienregens neer doen dalen,
En een nieuwe rok betalen.
Ik moet door een uur te zwammen,
Eerst mijn tongspier nog verlammen,
En ik moet bij die gevaren
Nog een goed humeur bewaren.

Menno ter Braak
Propria Cures 1925.
Bgv eredoctoraat Koningin Wilhelmina

dinsdag 3 juli 2012


Dinsdag
3
Juli

Dichter des vaderlands

Het plok is over en de teerling is geworpen
Gevonden is, waar gans het volk naar heeft gezocht.
Waarschijnlijk heeft hij alle stemmen zelf gekocht:
Driek is nu de dichter van de steden en de dorpen.

Aan echte dichters heb je niets in dit verband.
Een echte dichter kan nooit spreken namens allen
Sjamanen dichten niet op Maxima’s bevallen
En wat daar krijsend uitkomt voor het vaderland.

Nee. Dat beroert geen ouwe snaar in Kouwenaar
En andere Gerrit K deed maar halfhartig mee.
Het beste is: de lichtheid van een goochelaar.

Waarom dan niet de meester zelve, Drs P.?
Hij is een Zwitser, ja, maar dat is geen bezwaar
Een allochtone polderland poëet – hoezee!

Bob Frommé
Uit: het Parool 27-1-2005

maandag 2 juli 2012


Maandag
2
Juli

De grijze valinop
Dit ganse leven is één netoglop,
Maar buiten mij schijnt niemand het te merken.
Men wandelt langs de beuken en de berken,
Men lacht, men schertst, maar niemand valt het op.

Iedereen tracht zijn eigen froot te vinden,
Soms heel omzichtig, soms met taai beleid,
Soms honds en in een minimum van tijd.
Soms heel alleen, soms aan de hand van vrinden.

Maar mensen zijn vitulen op de winden.
Ik zie hun jacht, ik sla hun wegen ga,
Wandel de vlinders in de perken na
En glimlach om de lente in de linden.

Ach, geen ontsnapt de grijze valinop,
Aan ’t eind der reis staat hij tussen de bomen,
Hij heeft geen haast, want niemand kan ontkomen,
Hij vangt ze allen in zijn sluiers op.

Dit ganse leven is één netoglop.
Iedereen tracht zijn eigen froot te vinden,
Maar mensen zijn vitulen op de winden,
Ach, geen ontsnapt de grijze valinop.
Han G.Hoekstra

zondag 1 juli 2012


Zondag
1
Juli

De volmaakte man

Altijd aan het werk tot nut van het huisgezin
en ijverig om zijn ambt met glorie te bekleden
niet driftig, nooit geneigd tot wufte of dartele zeden,
bezorgd voor zijn belang, maar wars van slecht gewin;

aan het spel niet verslaafd, aan Bacchus’ vocht nog min,
bedacht om zelfs zijn vrije tijd nuttig te besteden,
geen laf bewonderaar van vreemde bevalligheden,
verliefd en teder, maar op zijn echtvriendin;

trouw tot in de dood aan edele vriendschapsbanden,
bereid om voor het land zijn leven te verpanden,
meedogend, beschaafd, oprecht, wijs, vriendelijk, zacht van geest.

Die man met zoveel deugd, met zoveel roem beschonken,
die man, zo dubbel waard in dichtlust mij te ontvonken,
is, naar ik merken kan, nog nooit op aarde geweest.

Juliana Cornelia de Lannoy
Breda 1738 - Geertruidenberg 1782