vrijdag 12 februari 2016

maandag 8 februari 2016

Maandag

8

februari


Machteloos weten

Machteloos weten, dat wat mateloos
Begeerd werd en bemind tot onverschillig
Bezit verdorren kan, dat men onwillig
Nog streelen blijft, kalm en gedachteloos.

De hand, die op den stoelrand talmen bleef,
De goudschampen op het ontbonden haar,
De oogen, 't overal herkenbre paar,
Men dacht: die heb ik lief, zoolang ik leef.

Het leven is een weergalooze roover.
Het aschblond haar, de oogen en de hand:
Alles bleef uiterlijk onaangerand,
Slechts van het onvervangbre bleef niets over.




Han. G. Hoekstra (1906-1988)
uit Panopticum
 (1946)