donderdag 16 augustus 2018


Donderdag
16
augustus

Drie vrouwen

Drie vrouwen kennen elkaar langer wel dan niet.
De eerste woont in een grijze stad, de tweede
in een groene en de derde in een gele.


Een van de drie leeft voor muziek terwijl de andere twee liever
met een man onder de dekens naar voorbijrijdende auto’s luisteren.
Van die twee is er een de weg kwijt terwijl de eerste en de derde niets
van zich splitsende paden weten. De derde van de drie gedraagt zich soms
een beetje destructief terwijl de eerste twee genoegen nemen met alles
wat al uit zichzelf kapotgaat.

De tweede van de drie praat altijd over dingen die ze heeft gelezen
zoals dat een man die schrijver was het delirium dat hij had terwijl hij
in het ziekenhuis lag had willen vergelijken met het leven van
soldaten in de loopgraven. De andere twee interesseert dat niet
zij zien ook minder kansen om de wereld van de ondergang
te redden met een rieten mand of tafeltennisbatje.


Drie vrouwen schrijven elkaar ieder jaar een verjaardagskaart.
Ze worden altijd even oud totdat de eerste ermee ophoudt,
of de derde of de tweede.


Gerda Blees (1985)
uit: Dwaallichten (2018)



maandag 13 augustus 2018


Maandag
13
augustus

Dag Zomer


die warmte ben je straks weer zo vergeten
dan ga je rillend, kleumend over straat
de regen stort met bakken waar je staat
van herfst en winter zul je maanden weten

maar schaatspret ga je in geen jaren krijgen
de winters zijn weer net niet koud genoeg
je hebt alleen ellende voor de boeg
jou rest dan nog tv en mokkend zwijgen

het is niet anders, draag je lot maar fier
of pak een voorraad jajem dan wel bier
je mag van mij de hele winter drinken

zelf ga ik weer zes maanden naar de tropen
en heerlijk in de zon langs stranden lopen
misschien zal ik een keertje op je klinken


Jacob van Schaijk

zondag 12 augustus 2018


Zondag
12
augustus

De Reseda

Geen Hokousaï, geen Vermeer,
Zelfs niet de vlammendste Vincent,
Verteedert en ontroert mij meer
Dan, met zijn bloembak van cement,

De kamer, blauw en brons gekleurd,
Waar, naast roos en petunia,
De onoogelijke reseda,
Onzichtbaar haast, standvastig geurt


Als vroeger, als voor vijftig jaar.
Hier, naar het lichaam en den geest,
Is liefde werklijkheid geweest
En alles wat ik droomde waar.


Jan van Nijlen (1884-1965)