donderdag 12 december 2013

Donderdag
12
December
 
Je ogen zien het varend schip
voorgoed vertrokken van de ka
kleiner en kleiner worden na
tot enkel nog een vage stip

verdwijnt achter de horizon,
waarna een stem terzijde zegt:
‘keer je maar om, nu is het weg,
je deed het laatste wat je kon.’

Maar is het weg?  Vanuit het zicht
van hier verdween die kleine boot,
maar ginds vaart hij nog even groot
als toen het anker werd gelicht

en juist als hier klinkt: ‘laat ons gaan’
roept iemand aan de overkant
al wijzend, wijzend met zijn hand:
‘daar komt hij aan, daar komt hij aan.’


Hans Mudde

zondag 8 december 2013

Zondag
8
December

De spookpier

de zee is woest en kolkt bij windkracht negen
er is geen mens, geen beest  zelfs, op het strand
het onweer krijgt van God de vrije hand
de pier is ziek en bang en voelt de regen

hij zucht en kraakt, al jaren doodgezwegen
en danig  aangevreten door de tand
des tijds, is hij nu in het stadium beland
van bidden, hij houdt stand op hoop van zegen

de lucht is grauw als aangetast  beton
er zweven vreemde klanken, alsof spoken
de macht gegrepen hebben op de pier

ze houden huis en kennen geen pardon
waar eens pilaren stonden, staan nu knoken
de toekan is veranderd in een gier

Daan de Ligt