vrijdag 1 november 2024

 

vrijdag

1

november

De aarde was nog plat

De aarde was nog plat.
Maar 't hart was met zovelen.
Toen kwam door de wolken heen
de zeven-kelen man.

Hij riep de vogels vrij,
de takken uit de bomen.
Hij zong de stromen los
uit rotsen en woestijn.

Hij zong miljoenen mensen
als bloemen uit zijn mond.
Toen ben jij ook geboren.
Toen was de aarde rond.



Huub Oosterhuis (1933-2023)



donderdag 31 oktober 2024

 

donderdag

31

oktober

 

Alarm

Weer voert een nacht een ochtend aan.
Een witte wekker drijft nog gauw
zes, vijf minuten in het nauw
en laat zijn bel dan berserk gaan.

Aambeelden trillen, hamers slaan.
Door de gehoorgangen van vrouw
en man gaat langgerekt en rauw
de kreet van hun metalen haan.

Twee dromen ijlen naar hun slot
en sluiten in elkander tot
een werkelijkheid, of daaromtrent,
wanneer hij haar, zij hem herkent.

Over het hoofdeind dwaalt een arm.
De nieuwsberichten lopen warm.




Hendrik van Teylingen (1938-1998)




woensdag 30 oktober 2024

 

woensdag

30

oktober

Verscheide bezigheid

Terwijl de Winkelier met valse maten meet;
Terwijl de Koopman denkt op 't slijten van zijn waren;
Terwijl de Boekwurm vent zijn netgedrukte blaaren;
Terwijl Vulkanus zoon het gloeiend ijzer smeed;

Terwijl de Timmerman zijn' meesten tijd besteed
Met bidden dat toch 't werk niet schielijk voort mag varen;
Terwijl een Schoolpedant de kinderlijke scharen
Met roede en plak regeert; terwijl de Kruier zweet;

Terwijl een Smous elk zoekt met schachten te bedriegen;
Terwijl een Makelaar zijn glorie stelt in 't liegen;
Terwijl een Pleiter 't hoofd van schout en schepens breekt;

Terwijl het woelt op straat van kleinen en van groten;
Zit ik in eenzaamheid in mijn vertrek gesloten,
En maak een Klinkdicht*, daar noch geest noch kunst insteekt.




Theodoor van Snakenburg (1695-1750) en Jacob Elias (1698-1750)