woensdag
30
oktober
Verscheide bezigheid
Terwijl de Winkelier met valse maten meet;
Terwijl de Koopman denkt op 't slijten van zijn
waren;
Terwijl de Boekwurm vent zijn netgedrukte blaaren;
Terwijl Vulkanus zoon het gloeiend ijzer smeed;
Terwijl de Timmerman zijn' meesten tijd besteed
Met bidden dat toch 't werk niet schielijk voort
mag varen;
Terwijl een Schoolpedant de kinderlijke scharen
Met roede en plak regeert; terwijl de Kruier zweet;
Terwijl een Smous elk zoekt met schachten te
bedriegen;
Terwijl een Makelaar zijn glorie stelt in 't
liegen;
Terwijl een Pleiter 't hoofd van schout en
schepens breekt;
Terwijl het woelt op straat van kleinen en van
groten;
Zit ik in eenzaamheid in mijn vertrek gesloten,
En maak een Klinkdicht*, daar noch geest noch
kunst insteekt.
Theodoor van Snakenburg (1695-1750) en Jacob Elias
(1698-1750)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten