vrijdag 30 augustus 2024

 

vrijdag

30

augustus

De laatste taveerne

Eens, als mijn reis ten eind zal zijn,
Zal ik ter herberg komen
Waar Dood ons schenkt den laatsten wijn
Der eindeloze dromen.

En de oude waard zal mij verstaan,
En zeggen ‘laat ons tikken’,
En ik zal rustig slapen gaan:
Hij zal mijn peluw schikken.

En ’t leven, als het trekt voorbij,
Zal een vers graf bemerken,
En schrijven, in het zand, voor mij,
Dees woord voor mijne werken:

Gij die nog reist, en vurig leeft,
Hij die hier rust dronk diep van ’t leven;
Ledigt den kelk die ’t lot u geeft:
Aan wien veel leeft, wordt veel vergeven.




Firmin van Hecke (1884-1961)



zondag 25 augustus 2024

zondag

25

augustus

Bij Lenins mausoleum

Lenin, nu rust ge in uw praal, gij groote mensch,
gij die geen praal gezocht hebt of verlangdet;
nu rust g’ in de valsche praal, gij waaracht’ge,
die zal diene’ om millioenen te verblinden,
hen af te houden van zelfstandig denken,
gij die de plicht van het zelfstandig denken
aan uw makkers voorhield als eerste plicht.
Nu ligt ge in de praal, die dienen zal
om millioenen te doen buigen
voor uw gezag, als waar het van een god, —
hen te doen zweren bij uw woorden
als bij de woorden van een god, —
gij die het zweren bij ieder gezag
verfoeid hebt als de bron van alle kwaad
en met woedende felheid hebt bestreden.




Henriette Roland Holst (1869-1952)