zaterdag 24 maart 2012


Zaterdag
24
Maart

Gedenk nu vol barmhartigheid
Een drietal knaapjes, schriel en bloot,
Waaraan ik deze regels wijd.
’t Zijn weesjes, zonder dak en brood
In lompenpak, op blotepoot,
Naakt als een worm, blauw van verdriet.
Help ik ze nu niet uit de nood
Dan halen ze het voorjaar niet.

Francois Villon
Vert: Ernst van Altena


vrijdag 23 maart 2012


Vrijdag
23
Maart



Het kauwgumkind

 Het kauwgumkind weet nog niet goed,
 hoe of het zich gedragen moet.

 Vaak kijkt men stomverwonderd toe
 en denkt, dat kind lijkt wel een koe.

 Het blaast een bobbel voor z'n mond
 en kijkt dan heel verdwaasd in 't rond.

 Het kind heeft ook een kauwgum-Ma,
 en die komt uit Amerika.

 De kauwgum-Pa kauwt op kantoor
 van negen uur tot zes uur door.

 Wanneer er thuis gegeten wordt
 legt elk z'n kauwgum naast z'n bord.

 En nauw'lijks is het maal gedaan,
 of elk vangt weer te kauwen aan.

 Eerst als men 's nachts de ogen sluit
 spuwt elk verveeld z'n kauwgum uit.

  
Jac. van Hattum                                                                                  

donderdag 22 maart 2012


Donderdag
22
Maart

Nieuwjaar

De nieuwjaarsklokken luiden door de radio.
Stortregen valt. De dag is onbeschrijflijk goor.
Men is alleen gelaten en aanvaardt het zo.
Men vraagt zich zelfs niet af: waarom is 't en waardoor ?
·       
Tegen het leven is toch immers niets te doen;
de wereld heeft geen oorden meer om heen te gaan,
en 't hart wordt niet, gelijk de landen, jaarlijks groen:
er is geen vlucht uit een voorgoed mislukt bestaan.
- --oOo-- -

J.C.Bloem

J.C. Bloem in Kalenberg
Foto Articapress 

woensdag 21 maart 2012


Woensdag
21
Maart

In ieder einde schuilt een nieuw begin 2

In ieder einde schuilt een nieuw begin.
We tellen de seconden met zijn allen,
Straks laat ik de champagnekurken knallen,
Het zou dan voor het eerst zijn dat ik win.

Ik kus alvast de vrouw die ik bemin,
We wachten op de winnende getallen.
In ieder einde schuilt een nieuw begin,
We tellen de seconden met zijn allen.

Helaas, het zit er ook dit jaar niet in,
Weer weten ze mijn leven te vergallen.
Ik laat mijn lot in de papierbak vallen,
Wie weet heeft het op die manier nog zin:
In ieder einde schuilt een nieuw begin.
Maarten Beemster

dinsdag 20 maart 2012


Dinsdag
20
Maart

In ieder einde schuilt een nieuw begin 1

Pensioen in zicht!

Pensioen in zicht! De aanvang van nieuw leven.
Je hebt je jaren achtereen aan het bedrijf gegeven.
Je leven krijgt van nu af aan een hele and’re zin.
De hoofdzaak zal niet langer zijn het geldelijk gewin.
Je scheepje keert om met het tij; het wendt voorgoed de steven.

Niet langer wordt je ’s morgens vroeg je bed al uit gedreven.
Noch wordt, wanneer  het blad weer valt je reisplan afgeschreven.
Het moet niet langer elke dag: dat scheermes op je kin!
Pensioen in zicht!

De grote dag die komt eraan, dan wordt het glas geheven.
Die kleine irritatie-tjes die worden je vergeven.
Je kijkt naar je collega’s,  maar met naast je je gezin.
Je mompelt  zacht:  “In ieder einde schuilt een nieuw begin”.
Dan zie je die geraniums, begint spontaan te beven.
Pensioen in zicht!

Frans Woortmeijer
Uit: Waar zal ik dit jaar op vakantie gaan? (2011)

maandag 19 maart 2012


Maandag
19
Maart

Heb uw naaste

Toen eindelijk de mens
Meervoud mensen
Toen eindelijk de mensen
Alle mensen elkaar eindelijk
Liefhadden als zichzelf,
Toen iedereen iedereen zijn
Liefde wou bewijzen, toen
Bracht de aarde van pure goedheid
Of verbazing
Of ontzetting
Wie zal het zeggen – toen
Bracht de aarde alleen nog rode
Rozen voort. En zo, zachtjes nagloeiend
Zeilde de planeet

Koos van Zomeren
Uit: Ik heet welkom (2007)

Koos van Zomeren heeft ook enkele dichtbundels geschreven. Op het laatste biljet van fl 1000,= stond een vers van zijn hand:
Daar komt een vogel aan
met rafelige vleugels
diepe slagen zwart op wit.
Hij duikt en dartelt
laat zijn maffe kuifje zien
slijpt zijn stem en roept
zichzelf tot kievit uit.

Koos van Zomeren door Siegfried Woldhek (woldhek.nl) 

zondag 18 maart 2012


Zondag
18
Maart


Hier ligt Wafje in zijn grafje.
Volgens menig kynoloog
Was zijn stamboom wat onzuiver,
Ook gezien zijn lodderoog.

Lieve Woefje, ik begroef je
Maar je zieltje vloog omhoog
Waar het, stokken apporterend
En daarbij de Here erend,

Botten opgraaft, in het rond draaft,
Canis Maior prefererend,
Niets ontberend, niets begerend
Kwispelt aan de hemelboog.

Katja Bruning

Katja Bruning