vrijdag 28 april 2017

Vrijdag
28
april

De dichter en de dood

Een Perzisch dichter zag de Dood verschijnen.
“Wat doet gij daar?” sprak deze. “Ik maak kwatrijnen.”
“Die zoveel verzen schreeft door ’s Levens gunst,
schrijf gij de laatste”, klonk het, “door de mijne.”

De dichter liet dat woord zich niet herhalen,
Maar daar hij dichten moest ten laatsten male
Was ’t zóveel dat hem nog om woorden vroeg:
Hij kon die dag het einde moeilijk halen!

Maar toen hij na twee dagen en twee nachten
Aan ’t einde was van dichten en gedachten,
Lag, waar de Dood gestaan had, een papier:
“‘k Ben weg gegaan: ik kon niet langer wachten!”


J.J. van Geuns (1893-1959)

donderdag 27 april 2017

Donderdag
27
april

Oranje boven!

Ook ik blijf deze dag maar veilig thuis,
Want er bestaan modernere manieren
Om vrolijk Koninginnedag te vieren:
Ik surf naar www punt koningshuis

En met mijn vlag, mijn hoedje en mijn toeter
Zit ik te juichen achter mijn computer.





Driek van Wissen (1943-2010)

woensdag 26 april 2017

Woensdag
26
april


Miniatuur

Het heeft zich aldus toegedragen:
zij kwam hier hard voorbij gerend
en is daar, bij dat rood cement,
tweemaal over den kop geslagen,
men heeft haar naam nog kunnen vragen,
dit zijn de stukken van den wagen,
de oorzaak is ons niet bekend.




A.J.D. van Oosten (1898-1969)

maandag 24 april 2017

Maandag
24
april

Over rustigende vastheid die ik vond

De mensen zijn in twijfel gevangen
't gezicht van een god heeft de tijd gebleekt,
nu kom ik ze vertroosten met gezangen
van wat nooit wisselt en in niets ontbreekt.
Ik kan bemoediging zijn voor de bangen,
de klare stem die altijd rustig spreekt,
omdat mijn hart dat geen angstvallig hangen
aan wolken kent, ziet wat door wolken breekt.

Ik werd geboren met een aard die sterk
van zelf gaat naar de kern van alle zaken
maar veel stond tussen mij in en mijn werk.
Groeiende, heb ik dat opzij gezet:
het werd al lichter, alle duisters braken
en ik zag liefde als de levenswet.




Henriette Roland Holst-van der Schalk (1869-1952)
uit: Sonnetten en Verzen in Terzinen geschreven (1896)