donderdag
31
oktober
Alarm
Weer voert een nacht een ochtend aan.
Een witte wekker drijft nog gauw
zes, vijf minuten in het nauw
en laat zijn bel dan berserk gaan.
Aambeelden trillen, hamers slaan.
Door de gehoorgangen van vrouw
en man gaat langgerekt en rauw
de kreet van hun metalen haan.
Twee dromen ijlen naar hun slot
en sluiten in elkander tot
een werkelijkheid, of daaromtrent,
wanneer hij haar, zij hem herkent.
Over het hoofdeind dwaalt een arm.
De nieuwsberichten lopen warm.
Hendrik van Teylingen (1938-1998)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten