Maandag
22
22
januari
Dromen van
Johanna
Is het niet net of de nacht je juist een hak zet als je op
je tenen loopt
Hier zitten wij verslagen, waar wij allen op een feest
hadden gehoopt
En Louise heeft een hand vol regen, die ze jou als sneeuw
verkoopt
Licht flikkert in de kamer hiernaast
Terwijl hier de verwarmingspijp blaast
En de radio speelt zacht en zonder haast
En er is niets, helemaal niets wat mij verbaast
Alleen Louise, verstrengeld en verdoofd
En deze dromen van Johanna die stromen door mijn hoofd
Dames doen aan blindeman op het verlaten speelterrein
En meisjes voor de nacht, praten zacht van avontuurtjes op
de D-trein
En hoor de nachtwacht klikt zijn zaklamp aan en twijfelt aan
zijn nieuwste medicijn
Louise is teder, is dichtbij
Breekbaar als een spiegelbeeld is zij
En maakt het nog eens duidelijk voor mij
Johanna is er niet bij
O, de geest van de lamp licht op achter de huid van haar
gezicht
Waar voor de dromen van Johanna het mijne is gezwicht
Kleine man de weg kwijt vindt zichzelf een kunstenaar
Als hij te koop loopt met zijn wanhoop en flirt met het
gevaar
En als haar naam ter sprake komt praat hij over een
afscheidskus van haar
Hij spuit al zijn gal zo nutteloos te zijn en al
Mopperend tegen het kristal
En ik sta in de hal
O de gedachtegang was zwaar maar iets heeft mij tot hier
gebracht
En deze dromen van Johanna dragen mij voorbij de nacht
Achter deuren van musea is vergankelijkheid de aanklacht
Klinken stemmen: dit is dus verlossing als je maar genoeg
geduld betracht
Maar Mona Lisa had de blues, je kunt het zien aan de manier
waarop ze lacht
Kijk hoe een muurbloem bevriest
Terwijl hier een huidcrème dame niest
En luister hoe er één met hangsnor kniest
Ik zie mijn knieën niet hoe triest
O juwelen en gouden munten hangen om een ezels hals
Maar door de dromen van Johanna klinken zij nog eens zo vals
De dealer fluistert met de barones en ja zij heeft een
budget voor hem
Noem er één, zegt
zij, die hier geen parasiet is en ik zeg een gebed voor hem
En waar Louise zegt: niet alles tegelijk, spreidt zij zelf
haar bed voor hem
En heeft Madonna zich nog niet geopenbaard en zie de lege
kooi stort in elkaar
Waar eens haar mantel op de planken viel voor haar
En terwijl de violist zich waagt op het trottoir
En schrijft wat gescheiden was is nu weer bij elkaar
Achter op de viskar die men laadt vol kaviaar
Spat mijn bewustzijn uit elkaar
O harmonica's spelen de allerhoogste noot en flarden mist
En deze dromen van Johanna zijn nu alles wat er is
Tekst Bob Dylan,
Geen opmerkingen:
Een reactie posten