Woensdag
27
27
december
Sonnet voor mijn moeder
Gij hebt, Moeder, dit leven zwaar
gedragen,
Gelijk ik het zwaar draag. Wij zijn verwant.
Wij horen in dit stormbevochten land
van kavels, tussen dijk en stroom geslagen.
Gelijk ik het zwaar draag. Wij zijn verwant.
Wij horen in dit stormbevochten land
van kavels, tussen dijk en stroom geslagen.
Ik heb uw gang: die driftige en toch
trage
voetstap, die onverzettelijke trant.
Uw harde hand herken ik in mijn hand,
onwrikbaar om de schrijfstift heengeslagen.
voetstap, die onverzettelijke trant.
Uw harde hand herken ik in mijn hand,
onwrikbaar om de schrijfstift heengeslagen.
Machtig zijn wij, in liefde en in
haat.
Gij hebt u doodgehaat, hatend het meest
uzelve, om de liefde die gij schond.
Gij hebt u doodgehaat, hatend het meest
uzelve, om de liefde die gij schond.
Ik ben genezen van het bitter kwaad.
En eer in stugheid, wie gij zijt geweest:
van mijn talent de donkere moedergrond.
En eer in stugheid, wie gij zijt geweest:
van mijn talent de donkere moedergrond.
Ida
Gerhardt (1905-1997)
uit: Het
levend monogram, 1955
Geen opmerkingen:
Een reactie posten