zaterdag 13 januari 2018

Zaterdag
13
januari



Mijn vriend, weet gij niet
Dat al wat wij hier zien
Een weerschijn slechts, een schaduw is
Van wat ons oog niet schouwen kan?

Mijn vriend, hoort gij niet
In elk geluid dat ons bereikt
Een zwakke echo slechts, een weerklank
Van een volmaakte symfonie?

Mijn vriend, kunt ge ook niet vermoeden
Dat maar één ding op aarde belangrijk is:
In een stille groet
Worden twee harten één.

We kwamen niet tevergeefs tesaam,
Niet tevergeefs fluistert als in
Laaiend vuur mijn passie.
Het bedwingen van dit vuur
Staat dat niet borg
kracht der Schepping?

In de hete donk’re krochten
Stromen de wilde golven
Van eeuwige liefde.
Uit de hitte van de kerker
Breng ik van de fladderende Feniks
Jou de veer.

Licht uit nacht. Uit het aardedonker
Kan jouw rozenpracht niet glanzend opstijgen,
Als  in dit troebele duister
Niet diep ingebed zat
Jouw oorspronkelijke macht.






Wladimir Sergewitsch Solowjow (1853-1900)
Uit: Ernste Gedichten
Duits:  Johannes von Guenther, (1886 - 1973)
Vertaling strofe 1 en 2: Jan Romkes van der Wal (Pylgeralmanak, pastoor te Bolsward) (?)
Vertaling overige strofen: Frans Woortmeijer, m.m.v. Ari van Buuren

Geen opmerkingen:

Een reactie posten