Zondag
28
28
januari
Het thee en koffy-gereedschap.
“Lust is een diepe Put.”
“Lust is een diepe Put.”
De Ouden hielden zich te vreden,
Mits dat zy tweemaal op een dag,
Den t’zaamenvoeg ter tafel deeden,
En vierden zo dien ommeslag.
Maar Jongertyd, in onze dagen,
Heeft deze maat verdubbeleerd,
En tot een ieders welbehaagen,
De viermaal tafeling geleerd.
Of Gulzigheid hier is verbannen,
En maatigheid den teugel houd,
Dat staat by ieder uit te wannen,
Wanneer hy ’t opwerpt en beschouwd.
ô Dorre gronden, zo genegen,
Tot zwelgen van veelvoudig vocht,
Ziet toch in tyds na zulke wegen,
Langs welke gy ontkomen mogt,
(Na dat gy deze tyd passeerden,)
Die drooge plaats, daar iemant lag,
En maar een Dropje nats begeerden,
Doch deze gaave niet en zag.
Mits dat zy tweemaal op een dag,
Den t’zaamenvoeg ter tafel deeden,
En vierden zo dien ommeslag.
Maar Jongertyd, in onze dagen,
Heeft deze maat verdubbeleerd,
En tot een ieders welbehaagen,
De viermaal tafeling geleerd.
Of Gulzigheid hier is verbannen,
En maatigheid den teugel houd,
Dat staat by ieder uit te wannen,
Wanneer hy ’t opwerpt en beschouwd.
ô Dorre gronden, zo genegen,
Tot zwelgen van veelvoudig vocht,
Ziet toch in tyds na zulke wegen,
Langs welke gy ontkomen mogt,
(Na dat gy deze tyd passeerden,)
Die drooge plaats, daar iemant lag,
En maar een Dropje nats begeerden,
Doch deze gaave niet en zag.
Jan
Luyken (1649-1712)
uit: Het leerzaam huisraad (1711)
uit: Het leerzaam huisraad (1711)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten