dinsdag 13 februari 2018


Dinsdag
13
februari


Zeeuwse Ballade

Het Zwin bij Sluis is werkelijk een schitterende plek
Het brede strand bij Groede kan me altijd weer bekoren
Op Tholen tref ik menigmaal een fabuleuze stek
In Vlissingen zal ik me aan geen nieuwbouwmisser storen
En op het Veerse meer sta ik vaak juichend op een dek
Of hang ik – zwaareuforisch – vol van vreugde in het want
Op al die plekken voel ik me fantastisch en te gek
Want Godzijdank ben ik dan niet op Schouwen-Duiveland
In Schapenbout zit ik soms uren vrolijk op een hek
Het zingen van de vogels daar is manna voor mijn oren
De polder bij Othene geeft me kriebels in mijn nek
In Hulst beklim ik jubelend de hoge klokketoren
Ik doe dat altijd in een korte broek en zomerjack:
Van elke hoek en straat weerschijnt het Zeeuwse zonnegloren
Ik ben er graag en zelden ben ik enkel een passant
En tijdens al mijn reizen tref ik nooit een Zeeuwse vrek
Want Godzijdank ben ik dan niet op Schouwen-Duiveland

De Westerschelde kabbelt en geen vrachtschip vaart er lek
De Deltawerken maken heel dit prachtgebied herboren
Het water is er kerig en de dammen zijn er strek
En aan de oevers kun je fijne streekproducten scoren
Ik noem hier specifiek het veelgeprezen Zeeuwse Spek
Dat eet ik graag in Zoutelande aan de waterkant
Ik eet er vele kilo’s maar krijg nooit een klepgebrek
Want Godzijdank ben ik dan niet op Schouwen-Duiveland

Prinsheerlijk is het leven en al ga ik ooit verloren
Of steken woeste Vikinghorden mijn chalet in brand
Of sterf ik op een stedentrip, het zal me echt niet storen
Want Godzijdank ben ik dan niet op Schouwen-Duiveland

Peter Knipmeijer



Geen opmerkingen:

Een reactie posten