Woensdag
21
21
februari
Kraj Vardara (ca
1910)
Aan de oever van de Vardar, diep in het struikgewas
Schuilt een groepje jonge kerels, dat eens een leger was.
De vojvoda verheft zich en hij spreekt zijn bende toe.
Ze liggen languit, uitgeteld, het vechten meer dan moe.
“Kameraden, Macedoniërs”, zo klinkt vermoeid zijn stem,
De avond is nog warm en zacht geurt de gele brem. –
“Nog voor de eerste sterren aan de hemel zullen staan
Bedwingen wij de Vardar, want daarginds ligt onze baan.
Wij trekken door de velden, naar Djevdzjela op weg;
Dan gaan we in de bergen, het is waar wat ik u zeg.
En als de avond dan tot slot opnieuw gevallen is,
Dalen wij naar Bitolj’s vlakte, ja dat doen wij heel gewis.
Want dáár staan onze moeders, haar vaandel is bloedrood,
Waarop geschreven staat, pikzwart, de ‘Vrijheid of de
Dood’”.
Macedonische
volkspoëzie
uit: Oriënt Express,
A den Doolaard
Bewerking
Frans Woortmeijer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten