zondag 29 april 2018


Zondag
29
april

Het Kamerlid en Koningsdag

“Nou, wens ons sterkte voor vandaag want wij gaan buiten zingen.
Ons koor brengt deze Koningsdag wat nummers op het plein.
In ‘t centrum zijn al heel veel mensen, het wordt zeker dringen.”
Het was voor Kurt en Cor een eer erbij te kunnen zijn.

Het kamerlid keek even op en sprak de beide heren
met ingetoomd gevoelen toe. “Oranje pet en kraag -
die zijn niet echt aan mij besteed; ik wil mij distantiëren
van elke monarchistische bejubeling vandaag.”

“Ach, loeister niet naar kamerlid, gaan jullie lekker knallen”,
sprak babcia Baranowska toen, “Geef mij ook maar zo’n pet.
En ondertussen bak ik iets wat allen zal bevallen:
traditioneel gebak uit Polen, heerlijk en niet vet.”

Die avond toonde het journaal de koning en de zijnen
al scharrelend en handen schuddend onder het publiek.
“Ik schaar mij,” zei het kamerlid, “bij de republikeinen,
maar hoe hij voeling houdt met mensen, dat is wel uniek.”

“Kijk aan,” zo piepten Cor en Kurt, “we zien de twijfel groeien.
Vorst Willie is een toffe peer, dat wisten wij allang.
Hij was de hele dag in touw, niets leek hem te vermoeien.”
Ze waren beiden nogal hees door ‘t koninklijk gezang.

Toen babcia de szarlotka* bracht, keek zij trots in het rond:
“De voelling is van stukjes appel, fris en ook gezond.”


* traditioneel Pools appelgebak
Hendrikje de Koning

Geen opmerkingen:

Een reactie posten