Woensdag
6
6
juni
O gouden schilden die het kwaad afweren!
Uw dragers zijn verzwolgen door de Tijd
Waarom zou ik dan naar belezenheid
Naar studie en begrijpen gaan begeren:
Uw dragers zijn verzwolgen door de Tijd
Waarom zou ik dan naar belezenheid
Naar studie en begrijpen gaan begeren:
Het is slechts ondergang waar dit toe leidt
Gods wijsheid liet mij bloeien en floreren
Met slechts één doel: het snoeimes te trotseren
De door hem aangestelde wacht ten spijt
Niets kan de rampen uit ons leven weren
Wij zijn een schip dat op de golven rijdt
En ankert bij de Dood, en eeuwig scheidt
Het leven zich dan van de sterrensferen
De hoge bergen blijven en als krijt
Staat bleek de maan en razend galopperen
Kamelen van het noodlot, zij lanceren
Hun woeste aanval; niemand krijgt respijt
Wie poogt door vlucht zijn kansen te doen keren
Voelt dat de doorn zijn voetzool openrijt
Hij struikelt over schedels – een tapijt
Dat kil een onheilsmaan laat reflecteren
Wie treuzelt bij tumult en wapenfeit
Die staat opeens vooraan bij decoreren
Wie in de slag vooropgaat met chargeren
Die raakt geheid zijn kop-positie kwijt
Jaap van den Born
uit Uit vrije
dwang (Luzum ma
la yalzam), vertaalde gedichten van Aboe l-Alaa al-Ma’arri (met de arabist
Pieter Smoor, Uitgeverij De vrije gedachte, 2007
Geen opmerkingen:
Een reactie posten