maandag 2 november 2020

 

maandag

2

november

 

Bij het familiegraf

Mijn vader, die in de hemelen zijt
en nu misschien Celestus heet,
heb jij een ogenblikje tijd?
Het zou kunnen dat jij wéét
wat ik al lang wil weten:
ben jij van angst en zorg bevrijd,
hoe laat wordt er ontbeten,
ligt er parket of vast tapijt?

Mijn moeder, als vroeger aan de rechterhand
mijns vaders nederig gezeten,
lees jij ook ginder in de krant
hoe ik bewonderd word en soms bescheten?
Ik weet het: aardse ijdelheid.
Wat maal jij ginder om gevit en veten,
om het kleinzerig zuchten van wie lijdt,
om het gekakel van orakels en profeten?

Mijn broeder, die uit de oorlog kwam
en nog een onsje liefde overhad,
een boterhammentrommel en een kam,
lig jij nog altijd in dit donker gat
te dromen van een vrije maatschappij,
of zit je achter hupse engelen aan?
Als jij het antwoord weet, bespaar het mij
dan maar, of laat me in de waan.

Ward Ruyslinck (1929-2014)
uit: Hunkerend gevangen (1988)





Geen opmerkingen:

Een reactie posten