donderdag
11
Mei
Het fietsje
Lang liep ik met mijn fietsje aan de
hand.
Het fietsen zelf leek falikant te falen.
Dat er aan mij geen eer viel te behalen
was het gevolg van een te goed verstand
Eer een impuls uit wielen of pedalen
zo dacht ik in mijn denkdoos was beland
en doorgegeven naar mijn voet of hand
zat ik allang tegen lantarenpalen.
Denkend ik kan het niet kon ik het niet
De tranen van mijn voetgangersverdriet
deden het nikkel al een beetje roesten.
Mijn ouders overlegden wat ze moesten.
Toen dacht ik: domoor, denk toch niet
zo, zeg!
en reed als razend op mijn fietsje weg.
Kees Stip (1913-2001)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten