zondag
23
februari
Visioenen van Johanna
Is 't niet typisch de
nacht om jou net als je rustig wil zijn te jennen?
We zijn gestrand hier,
maar we doen allemaal ons best dat te ontkennen
En Lolies neemt de
regen ter hand, want je moet eraan wennen
Licht flakkert uit de
vliering vierhoog
De radiatoren kuchen
kurkdroog
De countryzender wordt
zacht gedoogd –
Maar er is niets hier
om uit te doen, zo op het oor of oog
Slechts Lolies en haar
minnaar zo vereend –
En visioenen van
Johanna waarin ik verdween
Met de sleutelring
spelen dames voor blindeman op 't bouwterrein
Waar de nachtvlinders
vertellen van escapades op de D-trein
Je hoort hoe de
nachtwacht klikt met zijn zaklamp
Zich afvraagt of 't
aan hem ligt of dat zij geschift zijn
Lolies is vlakbij,
niet van streek
Zo teer als een
spiegel die breekt
Maar het is zo helder
als glas als zij spreekt
Dat Johanna ontbreekt
De geest van de
wisselstroom loeit in de lijn van haar kaak
In visioenen van Johanna waarvoor ik nu plaats
heb gemaakt
Een ventje verdwaald,
hij neemt zichzelf zeer au serieux
Zijn lijden is
glorieus, zijn leven riskant, dat is zijn keus
En wanneer je haar
naam noemt
Spreekt hij van 'uw
afscheidskus', ja heus
't Is wel een apart
geval, zo zinloos en wat niet al
Steekt tot de muur
lallend van wal, met mij in de hal
O, hoe leg ik het uit?
't Is zo zwaar door te
gaan
Met visioenen van Johanna brak de dag voor mij
weer aan
Binnenin de musea
wordt Eeuwigheid voor 't gerecht gebracht
Er echoën stemmen dat
zo verlossing moet zijn als je even wacht
Maar Mona Lisa had
beslist de snelwegblues
Dat kan je zien aan
hoe ze lacht
Kijk, de oeroude
muurbloem bevriest
Elke vrouw met
wijngumgezicht niest
Hoor je, die met de
snor zegt: 'Tant pis
Ik zit zonder knie!'
Aan de kop van het
ezeltje hangt een sieraad met magneet
Door de visioenen van Johanna lijkt het allemaal heel wreed
De venter praat nu met
de freule die net doet of zij zorgt voor hem
Zij zegt: 'Noem mij
iemand die geen bietser is en meteen zeg ik ’n gebed voor hem'
Terwijl Lolies zeggen
blijft:
'D'r is niet veel te
zien, wel soms, man?'
Maakt zij zichzelf
gereed voor hem
Nu Madonna zich nog
niet zien laat
Zien wij een lege kooi
die vergaat
Waar haar cape van 't
toneel nu misstaat
De fiedelaar begeeft
zich op straat
Hij schrijft: 'De kost
is thans overgegaan tot de baat'
Achterop op de viskar
die laadt
Als mijn plicht
ploffen gaat
De trekzak beklimt
toonladders en de regen die drijft
En de visioenen van
Johanna zijn nu alles wat blijft
Erik Bindervoet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten