donderdag 27 februari 2025

 

donderdag

27

februari

Komt wel goed, ma (Het is maar bloed, hoor)

 

Duisternis bij middagstond

Dimt zelfs de lepel in je mond

Het lemmet link, de strandbal rond

Dwingt zon en maan onder de grond

Je snapt het niet maar wel terstond

Dat je 't niet eens hoeft te proberen

 

Dreigementen rondgestrooid

Zelfmoordbriefjes weggegooid

De nar heeft heel z'n holle hoorn ontplooid

Zijn loze waarschuwing voltooid

Wie steeds geboren wordt hoeft nooit

Meer te creperen

 

Verzoekingsblad vliegt uit de tent

Je volgt, de strijd is turbulent

Woest watervallend sentiment

Je benen willen dat je hard wegrent

Dan zie je dat je nummer zoveel bent

Die hem wil smeren

 

Dus laat je niet storen wanneer je oren

Een vreemd gezucht mochten horen

't Komt wel goed, ma, niks kan me deren

 

Voorspellingen van ommekeer

Mensen wikken, wegen meer en meer

De ramp komt wel, de vraag: wanneer

Eerst slaan ze wie er dood moet neer

Je moet niets haten, zeggen anderen weer

Behalve dan het haten

 

Ontgoochelde woorden door de stilte geragd

 En mensen als goden naar ons op jacht

Alles maken ze, van klapperpistooltjes met sterretjespracht

Tot vleeskleurige Jezussen die licht geven in de nacht

Je weet het alsof je erop hebt gewacht

Dat er niet veel heilig is gelaten

 

De preker dramt over orkaan en vulkaan

De drammer prijst de kennis aan

Als brenger van rijkdom en een oprijlaan

En goedheid schielijks is schuilgegaan

Maar iedereen moet soms in z'n blootje staan

Ook de president van de Verenigde Staten

 

En al is de wet van de weg nog zo bezopen

Het zijn maar mensenstreken die je moet ontlopen

Komt wel goed, ma, ik laat ze praten

 

Reclameborden op ieder plantsoen

Liegen je toe van jij bent die oen

Die wat nog nooit gedaan is gaat doen

Die gaat weglopen met de prijs van een miljoen

Maar het leven gaat verder om je heen nu als toen

Elke seconde

 

Je verliest jezelf, duikt weer op en verdwijnt

Merkt dat je nergens bang voor hoeft te zijn

Niemand om je heen, alleen naar het schijnt

Tot een bibberstem zacht van een heel ander eind

Je slapende oren klaarwakker dreint

Omdat iemand denkt dat ze je echt hebben gevonden

 

Een vraag die zich heeft vastgezet

Waarop je 't antwoord wordt belet

Maar je ziet het te ontwijken net

Je moet het onthouden, dus opgelet

Het zijn niet hij of zij of hun of het

Die jou claimen konden

 

Al zijn de wetten van de bazen

Voor de wijzen en de dwazen

Ik ben nergens, ma, aan gebonden

 

Voor hen die moeten gehoorzamen aan autoriteit

Waaraan ze niets hebben dan schijt

En hun baan en lot is ze dwangarbeid

Kijken naar vrije mensen met haat en nijd

Ze kweken hun bloemen waarop geheid

Geen verlies mag worden geleden

 

En sommigen bezitten principes loodzwaar

Die ze binden aan een partij en elkaar

Klieken, kongsi's in groet en gebaar

Op buitenstaanders leveren ze vrij commentaar

Zeggen niets maar stomen een godheid klaar

Die moet worden aanbeden

 

En iemand die zingt met een brandende muil

Met het koor van elleboogswerkers meehuilt

Door de maatschappelijke drek vervuild

Niet naar omhoog streeft maar zich verschuilt

En jou liever meetrekt in z'n eigen kuil

Naar beneden

 

Maar ik wens niemand dood en aan het kruis

Die leeft in een cel of in een kluis

Het zit wel goed, ma, hij blijft ontevreden

 

Moraalridderende besjes bespieden een stel

Verstoken van seks schoppen ze een rel

Voor fatsoen dat je doen moet, ze kijken zich knel

Maar geld kan niet praten, alleen vloeken kan het wel

Obsceniteit, een hypocriet spel

Door propaganda bedreven

 

Terwijl zij die verdedigen wat ze niet kunnen zien

Met een moordenaarstrots bovendien

Voor hen is veiligheid een bitter stramien

 En wie denken dat de dood hen zal ontzien

Omdat zij hem niet verdienen van origine

Die moeten in hun leven een beetje alleen zijn gebleven

 

Mijn blik knalt op een kerkhof

Overvol, valse goden, ik ontplof

Jegens kleinheid miserabel grof

Gehandboeid loop ik op m'n kop alsof

Ik ze af kan schudden met m'n slof

Ik zeg oké, genoeg, godlof

Kun je me nog iets anders geven?

 

En lagen mijn gedachtendromen in een vitrine

Dan legden ze mijn kop wel onder de guillotine

't Komt wel goed, ma, zo is het leven, en louter het leven

 

Erik Bindervoet

Geen opmerkingen:

Een reactie posten