zondag
30
november
Dood dorp
Rond stotterend olielamplicht
kauwden generaties aardappeleters
op hun zwijgen. Rachitisch de woning
van pleisterwerk, hout, ondelgbare schulden.
Bijeen de koppen in een oud gedicht
over godsdienst, horigheid, vroeger.
In het verdwijnpunt van de oprijlaan
het ijskoude kasteel zien staan,
gemaakt van lucht. De baron lulde
tegen weerkaatsingen in de vijvers: betweters
in de stad, janhagel van socialisten.
Gods boeren die niet beter wisten.
Zweetten en stonken – nous ressentons
de la pitié… Het moeizame ploegen.
Strohalmen goud op de velden rondom.
Walmende kaarsen aan de voeten
van de realistisch bloedende koning
der wereld. Hij hangt aan zijn boom, nog altijd.
De nazaten doen het dorp de groeten
uit Ibiza. Ze zijn de baron en Jezus kwijt.
De bib staat in zichzelf te bladeren.
Christus… murmelt in de schulp van de kerk
de Middellandse Zee. Zinloos voorvaderen
et cetera. Eindrijmen zoeken werk.
Benno Barnard (1954)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten