Zondag
6
6
mei
Ik heb u
lief
Ik heb u lief, gij zult gelukkig zijn!
Zo fluister ik, alleen, in staag herhalen,
En door mijn denken komt met vlagen dwalen
Van liefdes volkslied het oeroude refrein.
De meisjes zingen 't in de maneschijn
In brede slingers wandlend langs de wegen,
Zij roepen 't iedre donkre jongen tegen:
Ik heb u lief! gij zult gelukkig zijn!
Door de open ramen luwt de lindegeur,
Zo loom en zoetjes als bemind getreur,
Dat men vertroetelt om niet te genezen.
Ik leed om u als 'k om geen ander leed,
Gij mindet mij, zoals geen ander deed,
Ik heb u lief! gij zult gelukkig wezen.
Ik heb u lief, gij zult gelukkig zijn!
Zo fluister ik, alleen, in staag herhalen,
En door mijn denken komt met vlagen dwalen
Van liefdes volkslied het oeroude refrein.
De meisjes zingen 't in de maneschijn
In brede slingers wandlend langs de wegen,
Zij roepen 't iedre donkre jongen tegen:
Ik heb u lief! gij zult gelukkig zijn!
Door de open ramen luwt de lindegeur,
Zo loom en zoetjes als bemind getreur,
Dat men vertroetelt om niet te genezen.
Ik leed om u als 'k om geen ander leed,
Gij mindet mij, zoals geen ander deed,
Ik heb u lief! gij zult gelukkig wezen.
Willem de Merode (1887-1939
Geen opmerkingen:
Een reactie posten