maandag 27 mei 2024

 

maandag

27

mei

Drie liederen uit V přírodě op. 63 - Antonin Dvořák (1841-1904)

 

3. Žitné pole

 

Velden tarwe, tarwevelden,

Zo uitbundig rijpt het graan!

Muzikanten zijn de pluimen

van de halmen die er staan.

 

Hoor het ritselen en ruisen:

zijdezachtjes suist de wind.

Warm en gul is de omhelzing

als de zon het koren mint.

 

Zoemend zweeft het bijtje

Dat een fladderende vlinder ziet.

Krekel laat zijn spotroep horen

maar de kwartel hoort hem niet.

 

Velden tarwe, tarwevelden

zo uitbundig rijpt het graan.

Ik ga zingen en mijn stem wil

met mijn ziel uit dansen gaan.

 

tekst Vítěslav Hálek (1835-1874)

Vertaling: Christiaan Winter/Hanneke van Vliet




Geen opmerkingen:

Een reactie posten