zondag 26 mei 2024

 

zondag

26

mei

Drie liederen uit V přírodě op. 63 - Antonin Dvořák (1841-1904)

 

1. Napadly písně

 

Liederen vulden mijn gemoed,

Maar waarvandaan kan ik niet zeggen.

Het was als dauw die ongemerkt

De heuvelweiden kan bedekken.

Als ik die parels glimmen zie

dan voel ik mij weer jong en zuiver.

Is het van vreugde?

 

Ik bevat nog niet

waarom mijn ziel van huilen huivert.

Dauw wordt geboren uit de maan,

geen lied is in mijn ziel geborgen.

Stromen van tranen in de nacht

onstuitbaar is de nieuwe morgen.

 

tekst Vítěslav Hálek (1835-1874)

Vertaling: Christiaan Winter/Hanneke van Vliet






Geen opmerkingen:

Een reactie posten