Donderdag
15
15
maart
Heb
mij lief, gelijk ik ben
Ik
zou tot al mijn vrienden willen gaan
- Ook
wel tot hen, die niet mijn vrienden zijn -
En
vragen: Heb mij lief, gelijk ik ben
En
stel aan mij geen eischen. Zie, ik kan
Niet
onderhoudend praten, niet gevat
Of
geestig zijn, en niet vertrouwelijk
Vertellen
van mij zelf of van mijn ziel....
Wat
zouden we ons vermoeien voor elkaar?
Laat
mij maar zwijgend naast u zitten, stil
Verdiept
in eigen werk, eigen gedachten.
Of -
als gij praten wilt - spreekt gij tot mij.
Ik
zal wel luistren, als gij vriendelijk
Met
lichten kout mij onderhouden wilt,
Wel
lachen om de grappen, die ge zegt,
Wel
ernstig kijken als ge hoog, of diep,
Of
ijdel praat van al te diepe dingen....
Maar,
als ik dan zoo zwijgend zit, en luister
Naar
uw gesprek - of naar het klokgetik -
Of 'k
laat de stilte ruischen om ons heen,
- Die
ruischt zo prettig, als de menschen zwijgen -
Als
'k mij dan blij in uw nabijheid voel,
Dan
zou ik willen vragen, en de stilte
- Of
na ons gesprek - verbreken met mijn vraag:
"Zeg,
zijt ge ook blij, dat ik naast u zit?"
Spraakt
ge dan "Ja", dan zei ik zacht: "Ik ook" ...
En
dat was alles, wat ik weten wou
En
al, wat gij van mij behoeft te weten.
Jacqueline van der Waals (1868-1922)
uit: Nieuwe Verzen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten