Maandag
12
12
maart
Het dankbare kind
bij vaders herstelling
Konde ik U naar waarde danken,
Eeuwig weldoend Opperheer!
Vader gaaft Gij aan ons weêr,
Redder van bedroefde en kranken,
Gij ontrukt in bangen nood
Dierbre lijders aan den dood.
Ach! toen angst ons 't hart doorwondde,
Toen geen hoop, geen uitkomst scheen,
Stonden wij om vader heen
Aan de schijnbaar veege sponde;
Maar uw' zegen paardet Gij
Toen aan heilzame artsenij.
God! Gij hoorde 't smartvol kermen,
Vaders lijden werd verzacht,
Ja zijn reeds bezweken kracht
Zagen wij door U beschermen,
En herstellings dageraad
Bloosde op vaders bleek gelaat.
Zijn gezondheid keerde weder;
Heel ons dankbaar huisgezin
Roemt uw trouw, uw menschenmin,
Moeders hart, zoo trouw, zoo teeder,
Klopt weêr, vrij van rouw en smart,
Aan haar echtvriends dankend hart.
Blijde broêrtjes! Lieve zusjes!
Allen groeten wij, vol vreugd,
Nu den leidsman onzer jeugd
In ons midden weêr met kusjes;
Allen roemen wij ons lot:
Vader leeft! U dank ik, God!
Konde ik U naar waarde danken,
Eeuwig weldoend Opperheer!
Vader gaaft Gij aan ons weêr,
Redder van bedroefde en kranken,
Gij ontrukt in bangen nood
Dierbre lijders aan den dood.
Ach! toen angst ons 't hart doorwondde,
Toen geen hoop, geen uitkomst scheen,
Stonden wij om vader heen
Aan de schijnbaar veege sponde;
Maar uw' zegen paardet Gij
Toen aan heilzame artsenij.
God! Gij hoorde 't smartvol kermen,
Vaders lijden werd verzacht,
Ja zijn reeds bezweken kracht
Zagen wij door U beschermen,
En herstellings dageraad
Bloosde op vaders bleek gelaat.
Zijn gezondheid keerde weder;
Heel ons dankbaar huisgezin
Roemt uw trouw, uw menschenmin,
Moeders hart, zoo trouw, zoo teeder,
Klopt weêr, vrij van rouw en smart,
Aan haar echtvriends dankend hart.
Blijde broêrtjes! Lieve zusjes!
Allen groeten wij, vol vreugd,
Nu den leidsman onzer jeugd
In ons midden weêr met kusjes;
Allen roemen wij ons lot:
Vader leeft! U dank ik, God!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten