Vrijdag
10
Mei
I Over de ziel
Dat de ziel het lichaam verlaat bij het sterven
Daarover bestaat geen twijfel – waarom immers
Zou de ziel willen blijven?
Maar waar hij heen gaat is onzeker
Iemand van ons meende dat hij nergens heen gaat
Want hoe zou hij zonder lichaam kunnen bestaan?
Iemand dacht zat hij naar een ander lichaam zou
Kunnen verhuizen, hij moet toch ergens heen?
Iemand veronderstelde dat hij teruggaat naar waar
Hij vandaan kwam voordat hij een lichaam nodig had
En natuurlijk was er ook nog iemand in het gezelschap
Die zei dat er volgens hem meer aan de hand was,
Dat er zijns inziens
nog iets was blijven liggen,
Dat achter iedere vraag een andere vraag schuilt
En ik – ik begon hevig te verlangen naar
De troost van een sigaret
Rutger Kopland (1934-2012)