Zaterdag
20
20
oktober
't Zijn werelden die van het leven
branden,
't zijn volkeren die hoog als vlammen slaan,
en menschen, die met saâmgewrongen handen
en smachtende ooge', in vuur en vlam vergaan.
Daarbuiten is het stil van doode landen,
zwart-liggend naast elkaar; geen zon of maan
zendt licht over die aldóór-stille landen,
dood nu, wijl al hun schoon is heengegaan.
En toch ligt in die stilte dáár verzwolgen
wat eeuwen droegen als hun gloriemacht,
en door een heele menschheid werd aanbeden.
En 't wordt mij bang als 'k denk dat wij ééns volgen
de grootheid die daar zwijgt in eeuwgen nacht
van onbegrepen dood, - en duistren vrede.
't zijn volkeren die hoog als vlammen slaan,
en menschen, die met saâmgewrongen handen
en smachtende ooge', in vuur en vlam vergaan.
Daarbuiten is het stil van doode landen,
zwart-liggend naast elkaar; geen zon of maan
zendt licht over die aldóór-stille landen,
dood nu, wijl al hun schoon is heengegaan.
En toch ligt in die stilte dáár verzwolgen
wat eeuwen droegen als hun gloriemacht,
en door een heele menschheid werd aanbeden.
En 't wordt mij bang als 'k denk dat wij ééns volgen
de grootheid die daar zwijgt in eeuwgen nacht
van onbegrepen dood, - en duistren vrede.
Lode Ontrop (1875-1941)
(vlnr Karel van de Woestijne, Lode Ontrop, Jules de Praetere)