zaterdag 22 september 2012


Zaterdag
22
September

Je wordt geboren,
Je leeft een tijdje.
Je begrijpt er geen donder van
En dan ga je dood.

Dag Bas,
je broertje

vrijdag 21 september 2012


Vrijdag
21
September

I don’t wish nothing
I’m not afraid of anything
I am free


Ik hoop op niets meer
Ik vrees niets meer. Ik ben vrij.

Nikos Katanzakis 1885-1957

donderdag 20 september 2012


Donderdag
20
September

Op het onbeschreven blad
van de ochtendlucht
schrijft de vogel poëzie

Willem van Hussem
(Muurschildering in Den Bosch)

woensdag 19 september 2012


Woensdag
19
September

SUB FINEM
En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten-
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen-en de eigen weg te gaan.
Het werd, het was, het is gedaan.

Vasalis (1909-1998)

dinsdag 18 september 2012


Dinsdag
18
September

Vaderlandse geschiedenis

Ach, die vergetelheid…
Floris de Zevende.
Nooit zien we die
In annalen genoemd.

Trouwens zijn vader (de
Hieraanvoorafgaande
Floris de Zesde)
Werd ook niet beroemd.

Drs. P
Uit: Hoogste Lof (1992)

maandag 17 september 2012


Maandag
17
September
De alternatieve Elfstedentocht

Des zomers in de Hof van Eden,
Nadat er net nog is gehooid
Wordt, hoewel het hevig dooit,
Toch de Elfstedentocht verreden.

Het water draagt de ranke leden
Van Eva, die tot Elf vermooid,
De toverige tocht voltooit,
Als Adam nog komt aangegleden.

En dan volgt, of hij slechter schaatste,
De goede God, als goede laatste.
Maar daar verschijnt de Paus en die
Roept met een groot geknars van kiezen:
“De vrouw had horen te verliezen!
Mijn paradijs uit, alle drie!”

Keest Stip
Uit: Een kind met kikkerpoten (1987)

zondag 16 september 2012


Zondag
16
September

Yup op Noren

Afijn, ik was dus op het ijs
Zie ik daar een manspersoon
Die al schaatsend in de weer is
Met zo’n losse telefoon

‘Hallo, hoe gaat het op de zaak?
Heeft Van Dijk nog opgebeld?
Is die order al de deur uit?
zijn die stellingen besteld?’

Op de schaats en in gesprek
Wat een achterlijk gekwek
Wat een vloek, een blinde vlek
Wat een opgefokte
doorgetripte
dolgedraaide
gek
Gelukkig ging-ie op z’n bek

Vandaar misschien dat ik die dag
De leipo verder niet meer zag
Ik hoorde enkel nog héél zwak
Tuut-tuut-tuut-tuut (vanuit een wak)



Ivo de Wijs
Uit: Vroege Vogels (1999)