zaterdag 28 april 2012


Zaterdag
28
April

Ach liefdesdrank, die slechts naar droesem smaak!
Want welke vrouw ik ooit nog verover:
Zij wil gekleed, gevoed en klaargemaakt
En stelt daar niets dan rampspoed tegenover.

Jean Pierre Rawie
Uit: Oude Gedichten

vrijdag 27 april 2012


Vrijdag
27
April
Rijmen op herfst

De buren waren grimmig, zijn ouders diep gegriefd
En onder zijn collega’s was hij ook al niet geliefd.
De oude Juffrouw Zomer, baas Voorjaar, meester Herfst:
Ze riepen driewerf schande, juffrouw Zomer het driewerfst.

Drs P
Uit: Tante Constance en Tante Mathilde

donderdag 26 april 2012


Donderdag
26
April


And After

Gegroet van gene zijde
Mijn eigen lieveling,
Gegroet van gene zijde,
Die al lang van mij ging.
O, wil mij nog verbeiden
Gij,reeds aan gene zijde.
Zwevende, zwevende met uw voet,
Mij die mijn ketenen slepen moet.

Ida Gerhardt
(1905-1997)

woensdag 25 april 2012


Woensdag
25
April

GURE ZOMER
                Ononderbroken teisteren de dagen
                Een grauwe wereld, die geen zon bescheen,
                En met hun onverbiddelijke vlagen
                Regent de laatste hoop uit 't leven heen.

                Op weg naar 't graf is men niet meer verbolgen,
                Men wacht gelaten wat het lot besloot
                En denkt aan 't enige wat nog kan volgen:
                Najaar en ouderdom, winter en dood.

                J.C. Bloem

dinsdag 24 april 2012


Dinsdag
24
April

Goudple4

Ik ben all1 en voel me nietig
En het is ook nog ku2r hier
En in de verte klinkt ver3tig
De klaagzang van de goudple4.

Ivo de Wijs

maandag 23 april 2012


Maandag
23
April

Zwarte handel

Je ziet in Zuid Europa op elk strand
Met sieraden omhangen negers lopen,
Die bezig zijn de kustlijn af te stropen
Op jacht naar een geïnteresseerde klant.

Dan klappen zij hun uitstalkoffer open,
Z trekken bonte lappen uit een mand
En spreiden trots het boeltje op het zand
Alsof zij ziel en zaligheid verkopen.

Ooit togen Witte Paters naar hun land
Met kralen, spiegeltjes en benen knopen,
In ruil waarvoor met zich wat graag liet dopen,

Maar nu komen de zwartjes van hun kant
Met al die snuisterijen uit de tropen
En doen ze hier aan ons weer van de hand.

Driek van Wissen