Zondag
5
oktober
Ithaka
Als
je de tocht aanvaardt naar Ithaka
wens
dat de weg dan lang mag zijn,
vol
avonturen, vol ervaringen.
De
Kyklopen en de Laistrygonen,
de
woedende Poseidon behoef je niet te vrezen,
hen
zul je niet ontmoeten op je weg
wanneer
je denken hoog blijft, en verfijnd
de
emotie die je hart en lijf beroert.
De
Kyklopen en de Laistrygonen,
de
woedende Poseidon zul je niet treffen
wanneer
je ze niet in eigen geest meedraagt,
wanneer
je geest hun niet gestalte voor je geeft.
Wens
dat de weg dan lang mag zijn.
Dat
er veel zomermorgens zullen komen
waarop
je, met grote vreugde en genot
zult
binnenvaren in onbekende havens,
pleisteren
in Phoenicische handelssteden
om
daar aantrekkelijke dingen aan te schaffen
van
parelmoer, koraal, barnsteen en ebbehout,
ook
opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende
geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat
je talrijke steden in Egypte aan zult doen
om
veel, heel veel te leren van de wijzen.
Houd
Ithaka wel altijd in gedachten.
Daar
aan te komen is je doel.
Maar
overhaast je reis in geen geval.
't
Is beter dat die vele jaren duurt,
zodat
je als oude man pas bij het eiland
het
anker uitwerpt, rijk aan wat je onderweg verwierf,
zonder
te hopen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka
gaf je de mooie reis.
Was
het er niet, dan was je nooit vertrokken,
verder
heeft het je niets te bieden meer.
En
vind je het er wat pover, Ithaka bedroog je niet.
Zo
wijs geworden, met zoveel ervaring, zul je al
begrepen
hebben wat Ithaka's beduiden.
K.P. Kavafis (1863-1933)
vertaald uit het Grieks: Hans Warren en Mario Molengraaf,
Gedichten, Amsterdam 1991, p. 25.
Ithaca
(vrij naar
Kavafis)
De reis gaat
beginnen naar Ithaca’s stranden
Bezie je weg
vrolijk en wens hem zeer lang
Je hebt
niets te vrezen, je wordt toch niet bang?
’t Is meer
dan genieten van kleurrijke landen.
Bespaar je
de angst , - want dat is echt een schande –
Voor
duivels, demonen, ’t getal van het beest
Die zijn
hier te nimmer aanwezig geweest
Je neemt
immers lot en je leven in handen?
Ja, wens dat
je weg lang en vrolijk mag zijn
De zon te
zien stralen, exotische kusten,
Leg aan in
de havens, vier bot er je lusten
En koop er
geschenken heel kostbaar of klein
Koop kralen
van barnsteen, een kruik ambrozijn
Verplaats je
daarna naar Egyptische steden
En leer van
hun wijzen, van toen en van heden
En zet je
des avonds tevree aan de wijn
Maar Ithaca,
houd het wel steeds in gedachten
Het eens te
bereiken blijft nochtans je doel
Geen haast
echter, geef altijd toe aan gevoel
Blijf tot je
bejaard bent heel rustig toch wachten
Je reis gaf
je steeds weer opnieuw verse krachten
En Itaca lag
aan de basis hiervan
Je raakte al
reizend steeds meer in de ban
Dus over
geluk heb je zeker geen klachten
Al is het
wat pover, het land treft geen schuld
Want Ithaca is
voor jou niet meer verhuld
Frans
Woortmeijer