Zondag
9
9
april
Elegie
Een mierennest is hier nog rustig bij!
Geduw, getrek, het wriemelen van lijven.
Ach, hoefd’ ik toch niet langer meer te blijven,
Mijn slecht humeur trok weg; ik werd weer blij!
Ik volg gedwee, mijn vrouw loopt aan mijn zij.
De weg erheen deed mij alreeds verstijven.
Ik hou me in, ik wil beslist niet kijven,
Ik waak er voor dat ik niet zielig schrei.
Als lichtpunt kan ik hier nog wel vermelden:
’t Is droog, de zon schijnt in een blauwe lucht,
Maar desondanks sloeg ‘k liever op de vlucht.
Ik hoor nu eenmaal niet tot dit soort helden.
Nog liever ga ik naar een EO-biddag,
Dan naar de Bijenkorf op zondagmiddag!
Geduw, getrek, het wriemelen van lijven.
Ach, hoefd’ ik toch niet langer meer te blijven,
Mijn slecht humeur trok weg; ik werd weer blij!
Ik volg gedwee, mijn vrouw loopt aan mijn zij.
De weg erheen deed mij alreeds verstijven.
Ik hou me in, ik wil beslist niet kijven,
Ik waak er voor dat ik niet zielig schrei.
Als lichtpunt kan ik hier nog wel vermelden:
’t Is droog, de zon schijnt in een blauwe lucht,
Maar desondanks sloeg ‘k liever op de vlucht.
Ik hoor nu eenmaal niet tot dit soort helden.
Nog liever ga ik naar een EO-biddag,
Dan naar de Bijenkorf op zondagmiddag!
Frans Woortmeijer