zaterdag 29 november 2014


Zondag


30


november


Lied

Het lichaam doet
nog steeds zijn plicht
omdat het goed
is afgericht ,

maar moed en geest
en dadendrang
verzaken reeds
een leven lang.

Geluk en jeugd
voorgoed teloor –
zo’n leven deugt toch
nergens voor


Jean Pierre Rawie
Uit: Het meisje en de dood

donderdag 27 november 2014


Donderdag

27

november



Summa

De mannen van het uitvaartwezen


Schroeven het deksel op de kist.

Zo kwam het einde ook voor deze

Principeloze moralist.



Ik heb wat dichtbundels geschreven,

Ik heb een vrouw of wat bemind,

Het is mij alles om het even,

‘in dorre blaren ruischt de wind’.



Ik hoef mij niets meer af te vragen.

Langzaam vervaagt het onderscheid

Tussen de nachten en de dagen.

Ik ben ontzonken aan de tijd.


Jean Pierre Rawie
Uit: Kwade Trouw

zondag 23 november 2014


Zondag
23
november

De schalmei


Zeven zonen had moeder:
Allen heetten Peter,
Behalve Wanjka die Iwan heette.

Allen konden werken:
Eén was geitenhoeder,
Eén vlocht sandalen,
Eén zelfs bouwde kerken;
Maar Iwan die Wanjka heette
Wilde niet werken.

Op een steen in de zon gezeten
Bespeelde hij zijn schalmei.
‘O, mijn lieve,
Mijn lustige,
Laat mij spelen
In de schaduw van mijn
Korte rustige vallei
Laat andren werken,
Sandalen maken of kerken.
Wanjka heeft genoeg aan zijn schalmei.’


J. Slauerhoff (1898-1936)