Maandag
28
september
Het mussenveld
Hier
ligt een dooie mus,
Passer
domesticus.
Hij
kwam niet vaak het huis uit,
hij
was een dooie dus.
De
doe-het-zelvermus,
Passer
a-technicus.
Hij
stapte in een spijker
en
stierf aan tetanus.
Hier
ligt een hippiemus,
Passer
botanicus.
Vloog
een te gekke bocht uit
met z'n flower-power-bus.
Hier
ligt een broedermus,
Passer
catholicus.
Hij
deed het niet met jongens,
maar
nam gewoon z'n zus.
Hier
ligt een postumus,
Passer
filatelus.
Zijn
nekje is geklepperd
door
onze brievenbus.
Hier
ligt een verzenmus,
Passer
prosodicus.
De
anapest was heftig;
fataal?:
de dactylus.
Hier
ligt een lettermus,
Passer
neerlandicus.
Getroffen
door een boekwerk,
een
zware omnibus.
Hij
was een rijke mus,
Passer
denarius.
Helaas
bleef er niets over,
nog
geen sestertius.
Hier
ligt een lieve mus,
Passer
romanticus.
Tot
op het eind heel knuffelig
en
ook bijzonder knus.
Hier
ligt een geile mus,
Passer
eroticus.
Hij
stierf bij de coïtus
(maar
interruptus dus).
Ook
nog de druipermus,
Passer
chlamydius.
Hij
had een heerlijk leven
met
veel etter en veel pus.
Hij
was een dronken mus,
Passer
leplazarus.
De
geest zat in zijn flessen,
het
was dus spiritus.
(Naast
hem een zatte mus,
Passer
delirius.
Is
ritueel verbrand hier,
met
nog meer spiritus.)
En
dan de slokdarmmus,
Passer
oesophagus.
Hij
stikte in zijn braaksel
(was
apelazarus).
Hier
ligt de regelmus,
Passer
neuroticus.
Had
alles op een rijtje
(behalve
dit dan dus).
Dit
was een Duitse mus,
Passer
germanicus.
Maar
na een tragisch Unfall
is
hij nu total löss.
Hier
ligt een watermus,
Passer
aquarius.
Hij
kwam helaas niet boven,
net
als de Nautilus.
Hier
ligt de Wall Street-mus,
Passer
statisticus.
Hij
gokte vol op short gaan,
de
index schoot naar plus.
Een
fijnbesnaarde mus,
Passer
melodicus.
Zijn
kist benijdenswaardig:
een
Stradivarius.
Tot
slot een kleine mus,
Passer
homunculus.
Hij
eerde daar zijn naam mee
(maar
dat wist niemand dus).
Dan volgt de moraal nog,
en
dit ter terminus:
Ga
niet te vroeg uit sterven,
en
zeker niet als mus!
Arjan Keene
Naar een idee van Judy Elfferich
Opmerkingen:
De eerste twee regels zijn dubbele dactyli, de derde en vierde regel zijn
drievoetige jamben, resp. liggend en staand (vrouwelijk/mannelijk). Als
persoonsvorm is 'hij/zijn' gehanteerd, voor de eenduidigheid, niet om
vrouwelijke mussen het recht op sterven te ontnemen. Op deze vorm kan uiteraard
nog eindeloos worden gevarieerd.
Zingen kan ook trouwens. Een bijpassend akkoordenschema hieronder, met de
notatie bedoel ik aan te geven op welke lettergreep het akkoord inzet. Een
melodie volgt vanzelf uit het schema.
F - - C - -
G - - C - -
- Am - - - Em -
- F - G - C