Vrijdag
17
Mei
Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde.
Het water gaat er anders dan voorheen.
De stroom van een rivier hou je niet tegen.
Het water vindt er steeds een weg omheen.
Misschien eens, gevuld door sneeuw en regen,
neemt de rivier mijn kiezel met zich mee,
om hem dan glad en rond gesleten
te laten rusten in de luwte van de zee.
Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde.
Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten.
Ik leverde bewijs van mijn bestaan.
Omdat door het verleggen van die ene steen
de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.
Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde.
Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten.
Ik leverde bewijs van mijn bestaan.
Omdat door het verleggen van die ene steen
het water nooit meer dezelfde weg zal gaan.
Bram Vermeulen (1946-2004)
uit de bundel: "Onvolledig werk"