dinsdag
28
mei
Drie liederen uit V přírodě op. 63 - Antonin Dvořák
(1841-1904)
4. Vyběhla bříza
běličká
Helderwit berkje rent
door 't veld
als een geitje komt
ze gesneld.
Ze haast zich naar de
bomenrand
en roept: de lente is
in 't land!
Helderwit berkje,
marionet,
sierlijk gaat zij,
slank en koket.
Siddering die haar
bast omgeeft:
het bos, dat van
verlangen beeft.
Trillende lucht, de
lentefee
voert klank van fluit
en vedel mee.
Overal bloesem,
geurig en zoet,
het leven lacht je
tegemoet.
Bomen, zij zijn
getooid in groen,
feestelijk in hun
beste doen.
Een nieuw seizoen,
een nieuw geluid,
scheut, knop of
twijgje, het loopt uit.
Kom, verre gasten,
kom en weest
hartelijke welkom op
dit feest.
Twee dagen is het aan
de gang,
maar lente duurt een
wereld lang.
tekst Vítěslav Hálek (1835-1874)
Vertaling: Christiaan Winter/Hanneke van Vliet