zaterdag 11 mei 2024

 zaterdag

11

mei



Kom, vul de glazen en denk langer niet

Eraan hoe snel de onhoudbare tijd ontvliedt.

Gistren is dood, morgen nog niet geboren –

Wat zou ‘t, als ons vandaag genieten liet?

 




J.C. Bloem

 

vrijdag

10

mei



Rondeel

De korte liefde en 't lange lijden,
Het wordt een ding, dat men vergeet.
Herdenkt men 't nog, dan zegt men: 'k weet,
Het was destijds niet te vermijden.

Benijdt men soms de niet-bevrijden
Tot deze afwezigheid van leed?
Toch, korte liefde en langer lijden,
Het wordt een ding dat men vergeet.

's Verleden levens koud en heet
Voelt men zich in de loop der tijden
Vanzelf gelijk het uur ontglijden.
O jeugd, was 't dit waarom men kreet?
Men wordt een ding en men vergeet.

 

 




J.C. Bloem
Uit: Sintels

donderdag 9 mei 2024

 

donderdag

9

mei

 

 


Aanvaarding


Toen ik jong was, bestond ik in vormen
Van het leven dat komen zou:
Een vervoerend de wereld doorstormen,
Een lied en een eindlijke vrouw.

Het is bij dromen gebleven;
Ik heb, wat een ander ontsteelt
Aan het immer weerbarstige leven,
Slechts als mogelijkheden verbeeld.

Want ik wist door een keuze verloren
Ieder ander verlokkend bestaan.
Ik heb dan ook niets verkoren,
Maar het leven is voortgegaan.

En het eind, dat ik wilde ontvluchten,
Is de aanvang gelijk, die het had:
Onder Hollandse regenluchten,
In een kleine Hollandse stad.

Ingelijfd bij de bedaarden
Wordt het hart, dat geen tegenstand bood.
Men begint met het leven te aanvaarden
En eindlijk aanvaardt men de dood.




J.C. Bloem
Uit: Sintels

woensdag 8 mei 2024

 

woensdag

8

mei

Nog een paar dagen Bloem

 

ELEGIE

 


 

Gerangschikt in 't bestek der onaanvaardbare orden,

Een onverschillig deel van 't nutteloos gewar,

Is 't hart een instrument, sleetsch en vervuild, geworden,

De ziel een trekhond voor de dagelijksche kar.

 

Dat wezen, eens één schuim van wielingen en kolken,

Wild dansend als het vuur, ongrijpbaar als de lucht,

Verwant aan 't looze spel der winden met de wolken,

En trillend als een rag op elke wankle zucht —

 

Het is teloor gegaan: het leeft in een verleden

Van doode herfsten en verwaaiden voorjaarswind,

En als het zich bezint op dit ontluisterd heden,

Vraagt het zich af: heb ik dan al voor 't laatst bemind?

 

O eenmaal nog 't gevoel van toch te zijn bevleugeld,

Een ziel te zijn, die langs verrukte verten scheert,

Nog eenmaal roekeloos te zijn en onbeteugeld,

Eer 't lijf, voormalige aarde, als aarde in de aarde keert.

 

J.C. Bloem (1887-1967) uit de Nederlaag

dinsdag 7 mei 2024

 

dinsdag

7

mei

Nog een paar dagen Bloem


 

ONTSTEGEN

 

Lichter dan over graven het bewegen

Van blarenschaduw in den lenteschijn,

Lichter dan lijnen van den spigtigen regen

Langs het schrale loof van een nieuw, open plein,

Is dit halcyonische geluk: ontstegen,

Aan liefde en haar verganklijkheid te zijn.

 

J.C. Bloem (1887-1967) uit de Nederlaag

 

maandag

6

mei

Nog een paar dagen Bloem

 


AFSCHEID

 

Wanneer wij ’s avonds ’t dorp inkwamen geurden

De linden, of wij zagen voor het huis

De meidoorns, die hun vage bloesems beurden

In scheemring van zacht bladerengespuis.

 

Het leven stuurt ons hooploos heen en weer.

Waar zullen ons de laatre lenten vinden?

Ik vraag niet langer. Ik weet slechts: niet meer

Zien wij tezaam die meidoorns en die linden.

 

J.C. Bloem (1887-1967) uit de Nederlaag